United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan was ie pas honderd en vijf, en dat had hij makkelijk kennen worden ook. Maar dat mot ik de heeren toch reis vertellen. Hij was bij een boer, Stoetema hiette de boer, an 't werk; want me vader was een timmerman van zijn ambacht. Wat wil 't geval. Hij krijgt zoo klakkeloos de koors op 't lijf.

Maar, zei Wouter weifelend, ze hadden me gezegd dat het geld me zou worden voorgeteld? As ik je seg 'k de koors hep, en siek ben as e geslage man, wil je? As ik heb geteekent m'n hant f'r betale, na, sel ik doen? Ik betaal. En as ik teeken m'n hant f'r telle, sel 'k telle. Help 'm, Ribbetje, en geef me wat drinke, ik heb so'n dorst f'n de koors.

Nou was me vader van zoo'n natuur, dat as ie, met permissie, maar an 't zweeten kommen kon, dan was ie weer klaar. Jongens, zeit ie tegen zijn kameraads, ik heb een harde koors. Weetje wat, zeiën ze, dan motje wat op de koes gaan leggen. Dat is, zooals de heeren mogelijk wel weten, in den koestal, achter de koeien, de plek waar de knechts, deur den bank, slapen.

Je heb 'm wakker gemaakt! zei de vrouw op verwytenden toon. Och, wat spyt me dat, antwoordde Wouter met meer vriendelyke belangstelling dan z'n funktie meebracht of toeliet. Zeker, als 't wisseltje hèm behoord had, zoud-i hebben voorgesteld 'n andermaal eens terug te komen. sel ik je segge, riep de zieke, ik hep de koors. En f'n wie komt het? Van de heeren Ouwetyd & Kopperlith...

En geef me nog wat asynwater, Ribbetje, want ik heb so'n dorst f'n de koors. Sefehondert dertien, ses, twaalf is f'n Sjomele, en hier is 't gelt. Rebekka gaf haren echtvriend iets te drinken. Toen ze daarop Wouter verzocht haar 't briefje te toonen, hield deze het haar voor, zonder 't lostelaten. De vrouw toonde zich door dit komiek wantrouwen volstrekt niet beleedigd.

Hij rilde; hij had »de koors«. ~Krijgsmansgezangen II.~ Ode aan mijn Wapenrok. Ik heb mijn rok op straat gedragen, en duizend maal gesalueerd... ...zoo gaat het voortaan alle dagen... ...Ik speur naar sterren, streepen, kragen... ach, vélen zijn gegradueerd!

De zieke zweeg, en sloot vermoeid de oogen; toen de anderen zwegen, opende hij ze, en glimlachte: »die ziekenvader ? zoo goeiïg.... net een wijf, zoo zorgzaamJan en Barend gingen daarop niet in, doch gingen voort, het ziektegeval te bespreken: »Hij rilt effectief!« »Kijk, z'n voorhoofd es bezweet weze!« »Hij heb de koors