Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Met die woorden gaat hij den slottuin in, en hij is knorrig en zegt: "De drommel mag het weten! Eene openbare betrekking drukt waarachtig als een vloek op een' mensch!" Waarom mijn oom Herse met parool en veldgeschreeuw komt, waarom mamsel Westphalen niet in den veengrond zitten wil; en waarom mijnheer de raadsheer op den wagen van den molenaar en ook weder er afkomt.
Mij had mamsel Westphalen op haren schoot genomen, en terwijl haar de tranen uit de oogen vloeiden, opende zij voor mij de heerlijkste uitzichten op de mooiste appelen, en dat deed het bij mij; een kinderhart is spoedig getroost; en, waar een boom een duchtigen regen verlangt, dáár wordt een grashalm al verfrischt door een dauwdrop.
Frits vertelt nu met de grootste deftigheid de geschiedenis van gisteren, en hoe mijnheer Droi in de kamer van mamsel Westphalen geslapen en alles kort en klein geslagen had; en hoe hij zelf de pijpen van mijnheer de baljuw stuk had gesmeten, maar, dat kon hij niet helpen, daar had Fieken schuld aan, en hoe de overste mijnheer den baljuw had willen doodsteken, en hoe mamsel Westphalen in de keuken zat, als een toonbeeld van ellende en smart; doch van den ijsklomp zeide hij niets.
Zoo gaat het mij nu ook: ik moet eene poos teruggaan en den afloop der zaak van mijnheer Droi en van mamsel Westphalen vermelden, om weêr in ééns door te kunnen ploegen.
Hij gaf nu bevel, dat mamsel Westphalen en de beide dienstmeisjes in vrijheid gesteld zouden worden en mamsel Westphalen dook driemaal met eene nijging onder en zeide: "Ik bedank u wel, overste Von Toll."
Waarom Frits Sahlmann in den winter zonder parapluie in een appelboom zit; waarom hij een klein pak akten onder zijn vest knoopt en waarom mamsel Westphalen verklaart dat zij eene erge zondares is. Na eenigen tijd kwam de vrouw van den baljuw de kamer weder in en zeide: "Weber, wat beteekent dit?"
"Maar, kinderen, alles in orde en fatsoenlijkheid!" en hij stiet de vrouw van den wever Stahl den pot met eten uit de hand, dien zij juist bij mamsel Westphalen gehaald had.
"Ja wel," zegt mamsel Westphalen, "zeker zijn ze goed. Meent gij, dat mijnheer de baljuw u valsch geld zou geven?" "Ah! 't niks valsch geld! Ik meenen hem lui-même," zegt mijnheer Droi en wijst met zijn vinger naar boven. "O, zoo! gij meent mijnheer den baljuw! Ja, wel is hij bon, maar, hoe ouder hij wordt, des te wonderlijker wordt hij, want hij maakt den nacht tot den dag, mijnheer Droi.
Had hij echter geweten wat die woorden bij den ouden heer beteekenden, dan zou hij er wel niet zóó naar gevraagd hebben, want ten kwade dacht de baljuw nooit ergens meer aan; het kwade ging bij hem spoedig voorbij, dat liet geen indruk bij hem na, en hij schrapte het door; maar ontmoette hij het goede op zijn weg, dan was hij bang, dat het hem soms door 't hoofd mocht gaan, dan zeide hij: "Netje, Frits Sahlmann, Westphalen, kinderen! helpt er mij toch aan denken."
Mamsel Westphalen hield haar boezelaar voor hare oogen en begon te schreien en zeide: "Mijnheer de raadsheer, geef gij mij raad; vader of moeder heb ik niet meer; mijnheer den baljuw kan ik in zulke omstandigheden niet onder de oogen komen; gij zijt mijn eenige troost."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek