Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Doch nauwelijks had de verkleumde slang zich weder hersteld in het warme duitsche bed, of zij liet ook de horens weder zien, en de rooverij zou weder beginnen, maar het spook in Nederduitschland was tot eene schim geworden, en die schim kreeg vleesch en been en kreeg een naam, en die naam werd luidkeels op de straat uitgeroepen: "Opstand tegen den menschenmoorder!" Dat was het veldgeschreeuw.

Fieken en Carolien, jelui neemt samen de achterdeur; Frits Sahlmann en ik nemen de keukendeur; en past nu goed op, dat jelui het veldgeschreeuw niet vergeet."

Frits Sahlmann!" zegt mamsel Westphalen, "wat is dat, wat moet dat, en wat beduidt dat?" Frits zeide dus nu, wat zij doen moesten, dat zij zich in de keuken tot op den laatsten man verweren moesten en geen Franschman binnenlaten, en dat de raadsheer Herse met parool en veldgeschreeuw zou komen en het kommando op zich nemen zou. "Goede hemel!" zegt mamsel Westphalen, "wat moet ik doen?

Hij was bestendig aan hare zijde, en terwijl hij verzuimde zichzelven te verdedigen, beschermde hij haar met zijn driehoekig stalen schild; dan, plotseling van haar zijde vliegende, liet hij zijn veldgeschreeuw hooren, drong voorwaarts, sloeg den voorsten zijner aanvallers ter aarde, en was oogenblikkelijk weder naast haar paard.

"Welk een waar profeet is een boos geweten!" riep Ulrica. "Maar vrees niet: snel naar buiten, naar uw volk. Laat het Saksische veldgeschreeuw weêrgalmen, en laten zij hun krijgslied van Rollo zingen, als zij durven; de wraak zal er mede instemmen!" Aldus sprekende, verdween ze door een geheime deur, en Reginald Front-de-Boeuf trad in het vertrek.

Met die woorden gaat hij den slottuin in, en hij is knorrig en zegt: "De drommel mag het weten! Eene openbare betrekking drukt waarachtig als een vloek op een' mensch!" Waarom mijn oom Herse met parool en veldgeschreeuw komt, waarom mamsel Westphalen niet in den veengrond zitten wil; en waarom mijnheer de raadsheer op den wagen van den molenaar en ook weder er afkomt.

Maar het veldgeschreeuw was niet het geschreeuw van een dag. Niet een troep onervarene jongelieden; niet het janhagel op de straat begon daarmede; neen! de besten en verstandigsten vereenigden zich, niet tot eene samenzwering met wapenen en vergif, neen! tot eene verbroedering met weer en woord tegen aangedaan geweld; de ouden spraken het woord, en de jongere lieden zorgden voor de weer.

Ik zal echter dadelijk door den slottuin naar de achterdeur gaan, 'k wil maar eerst even een mantel hebben, want het regent infaam, en mijn parool zal wezen: "Wel, wel!" en mijn veldgeschreeuw: "York!" Neen; dat gaat niet, dat begrijpt ze niet. Nu, wat dan? 't Is alles egaal, 't is alles egaal. Nu, mijn veldgeschreeuw is... is... "Zuur varkensvleesch!" Dat begrijpt zij.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek