Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Mijnheer Droi zegt: "Neen!" en inmiddels komt er buiten beweging, en toen mamsel Westphalen eens uitkeek, kwam werkelijk een Fransch overste met zijn adjudant de huisdeur uit, en een paar ordonnansen volgden hen. Zij werden in de blauwe kamer gebracht, waar zij droge kleeren aantrokken, en gingen vervolgens naar boven, naar mijnheer den baljuw om aldaar te soupeeren.

"Nu, haal het dan," antwoordt Frederik, "en bind het van achteren maar aan den wagen." Dit gebeurt dan ook, en terwijl zij nog daarmede bezig zijn, komt de oude baljuw van zijne wandeling in den tuin terug en vraagt, wat hier te doen is. "Niemendal," zegt mamsel Westphalen. "De molenaar Voss heeft den Franschman maar uitgenoodigd, om meê te rijden en van nacht op den molen te Gielow te blijven."

Frederik komt dan ook binnen en krijgt een stevigen borrel en schudt zich eens, zooals dat, na een goeden slok, mode is, en de stoet gaat nu voorwaarts naar de kamer van mijnheer den baljuw; Frederik voorop, dan mamsel Westphalen, die den horlogemaker onder den arm genomen heeft, en het laatste, Frits Sahlmann, in de achterhoede.

Toen het slotplein ledig was, stapte de horlogemaker met geweer en sabel in de provisiekamer van mamsel Westphalen, en mamsel Westphalen droogde hare oogen af, en sprak: "Mijnheer Droi, gij zijt een reddende engel!" Zij noemt hem namelijk altijd Droi in plaats van Droz, daar zij meent, dat Droi zuiverder Fransch is en dat de menschen het juiste accent niet aan den naam geven.

"Wat?" vraagt mamsel Westphalen, "is dat een antwoord van een' man, met vrouw en kinderen? Is dat het respect voor uw opperhoofd, om zoo'n uilenspiegelstreek in zijne; studeerkamer uit te voeren? Mijnheer Droi, kom mede!"

De molenaar bromt zoo wat in zijn baard van heel mooi, vruchtbaar weder, en mamsel Westphalen fluistert Frits Sahlmann toe, dat hij vooruit moest loopen, en de sabel en den paardestaart van den Franschman uit de kamer van zijn meester gaan halen, dat hij die niet in 't oog kreeg: "Breng alles maar naar mijne kamer," zeide zij, "en leg 't achter mijn bed."

Toen werd hij door den baljuw geroepen en terwijl hij uit den boom klom, riep hij mij zachtkens toe, dat hij mij wat wijsgemaakt had, dat van alles niets waar was. Daarom zeg ik, dat hij een leugenaar is, mevrouw, en daar blijf ik bij." "Laat dat maar rusten, Westphalen; hij heeft bij mijn' man ook nog wat in 't zout, hij zal zijn' rechter niet ontkomen."

Dat moest hij hem evenwel zeggen, indien zijne tegenwoordigheid, of die van mamsel Westphalen, bij het onderzoek noodig werd, dan kon hij hem daarvan niet ontslaan, en mijnheer de baljuw moest voor zich zelven en mamsel Westphalen instaan.

Er werd buiten aan de deur geklopt en de politiedienaar Luth kwam binnen met: "'t Kompliment van mijnheer den burgemeester, en de zaak stond heel slecht voor den horlogemaker en den molenaar, en of mijnheer de baljuw wel zoo vriendelijk wou zijn, om zoodra mogelijk ginder te komen; maar vooral mamsel Westphalen meê te brengen, want haar getuigenis was hoofdzakelijk van groot gewicht."

Ik zag op: de oude baljuw keek uit het bovenvenster naar den grauwen hemel; mijne moeder en de vrouw van den baljuw weenden; mamsel Westphalen ook; zij had Frits Sahlmann bij de hand gevat, en bij 't laatste ruischen der engelenvleugels, zeide zij: "Frits, mijn jongen, ga naar het slot en trek droog goed aan; Fieken zal je wel je zondagsche kleêren geven."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek