Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Hij bracht Apollo nog een laatste offer en nam afscheid van zijn zoon en zijn vrienden. Daarna weigerde hij alle voedsel en wachtte rustig en kalm den dood af. Nog één laatste verzoek deed hij. Het was dit, dat, nadat zijn lichaam zou zijn verbrand, de asch niet naar Sparta zou worden gebracht, maar in zee zou worden geworpen.

Zij moest lang wachten en begon ongerust te worden. Zou de barones haar misschien niet eens willen zien en al klaar zijn met een andere gouvernante? De angst sloeg haar om het hart. Maar spoedig greep ze weer moed, streek de mooie, nieuwe glacés nog wat gladder, trok haar gezicht in de gewenschte plooi en ... wachtte zoo geduldig, als haar mogelijk was. Hoorde zij daar niet iets?

Toen de zesde week was juist begonnen, kwam de fee op een' avond met een grooten brief, waar wel vijf lakken op zaten, binnen. Ze lei den brief op de tafel, ging in den grooten leunstoel zitten, wachtte, tot de prinses tegenover haar zat en begon: "Er was eens een kleine prins. Zijne moeder was gestorven, toen hij nog heel klein was.

Hij hield op en zag mij zeer ernstig aan. Hoewel ik zonderling verrast was door deze geheel vrijwillige bekentenis, antwoordde ik niets, zooals mijn makker scheen te hopen, maar ik wachtte tot hij op zijne woorden zou terugkomen, zooals het bij dergelijke gelegenheden altijd gaat. Gij moet weten, dat ik bij deze expeditie voor het eerst in het vuur ben, vervolgde hij.

"Wacht hier een oogenblik," zeide de assistent, toen zij bij den ingang van het ziekenhuis waren, "ik zal den directeur vragen, of je haar zien mag." Rodolphe wachtte een kwartier in de vestibule. Toen kwam de assistent terug, greep de hand van den dichter en zeide: "Je moet maar denken, beste kerel, dat de brief, dien ik je acht dagen geleden geschreven heb, waarheid gesproken heeft."

De gewoonte wil, dat men stilstaat bij de gebouwen, die voor de reiniging dienen; maar de priester, die gewaarschuwd was, wachtte ons aan de deur van een kapelletje, dat open was gebleven.

De drie verbannen meiden haastten zich weg te komen, de jongens hurkten neêr in een hoek der tooneelkamer, waar zij niet door het publiek gezien konden worden, en Paul hielp Freddy de estrade beklimmen. Marie, nog even als Lili niet gedrapeerd, sprak door het gesloten raam, met den vuurwerker, die in den besneeuwden tuin, in een dikken duffel, wachtte om het Bengaalsch licht af te steken.

De weg was zóó slecht, dat men over zijn acht kilometer twee uren moest doen. De paarden zakten tot over de enkels in de modder en schokten met de dijen om er uit te raken; ofwel ze struikelden in de karresporen; een andermaal weer moesten ze een sprong nemen. De merrie van Liébard bleef hier en daar plotseling stilstaan. Geduldig wachtte hij tot ze weer verder ging, en hij praatte over de menschen wier eigendommen langs den weg lagen, moreele beschouwingen vastknoopend aan hun levensgeschiedenis. Toen ze midden in Toucques, onder met Oost-Indische kers omrankte vensters doorreden, zei hij schouderophalend: "Zoo woont hier een madame Lehoussais, die in plaats van een jongen man te trouwen..." Félicité verstond de rest niet; de paarden draafden, de ezel liep in galop; in een rij togen ze een voetpad langs, een hek week open, twee jongens traden te voorschijn, en er werd afgestegen, vóór de mestvaalt, vlak bij den deurdrempel. Toen vrouw Liébard haar meesteres voor zich zag, kwam er geen eind aan haar vreugdbetuigingen. Ze zette haar een ontbijt voor bestaande uit runderharst, rolpens, bloedworst, gestoofde kip, schuimenden cider, vruchtentaart, en pruimen op brandewijn, dit alles kruidend met beleefdheden aan mevrouw, die er zooveel beter uitzag, aan de jongejuffrouw, die "allerliefst" was geworden, aan mijnheer Paul die zoo buitengewoon was aangesterkt, zonder hun overleden grootouders te vergeten, die de Liébards gekend hadden, daar ze van ouder tot ouder aan de familie verbonden waren. De hoeve had, zooals zij zelve, iets ouderwetsch over zich. De balken waren vermolmd, de muren zwart van rook, de vensterruiten grijs bestoven. Een eikenhouten aanrecht was beladen met allerlei gerief, groote kannen, schotels, tinnen kommen, wolfsklemmen, scharen om de schapen te scheren, een reusachtige klisteerspuit, waar de kinderen om lachen moesten. Niet één boom in de drie hoven, die geen paddenstoelen aan zijn voet had of in zijn kruin een bos mistel. De wind had er verschillende omgeworpen. Ze schoten in 't midden opnieuw uit; en alle bogen ze onder den last hunner appels. De stroodaken die van bruin fluweel leken en ongelijk van zwaarte waren, weerstonden de hevigste rukwinden. Het wagenhuis echter was bouwvallig. Mevrouw Aubain beloofde dit in gedachte te houden, en gaf bevel de rijdieren weer op te tuigen. Nog een half uur zou er noodig zijn om Trouville te bereiken. De kleine karavaan steeg af om de

Die vragen hielden mij zoo bezig, dat de tijd spoediger voorbijging dan den vorigen dag. Ik was niet meer ten prooi aan het ongeduld, waarvan men de koorts krijgt. Ik wist, dat ik moest wachten. En nu eens heen en weer loopende, dan weder op mijne bank zittende, wachtte ik.

Opeens zag Selam den dief door het groen sluipen, de planten bewogen zich in lichte golving, dat was al, maar het was genoeg om den roover aan Selam te verraden. Hij hield den adem in en wachtte. Onrustig hief het paard thans telkens den kop op en keek rond als bemerkte het, dat het niet pluis rondom hem was.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek