United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


De weg was zóó slecht, dat men over zijn acht kilometer twee uren moest doen. De paarden zakten tot over de enkels in de modder en schokten met de dijen om er uit te raken; ofwel ze struikelden in de karresporen; een andermaal weer moesten ze een sprong nemen. De merrie van Liébard bleef hier en daar plotseling stilstaan. Geduldig wachtte hij tot ze weer verder ging, en hij praatte over de menschen wier eigendommen langs den weg lagen, moreele beschouwingen vastknoopend aan hun levensgeschiedenis. Toen ze midden in Toucques, onder met Oost-Indische kers omrankte vensters doorreden, zei hij schouderophalend: "Zoo woont hier een madame Lehoussais, die in plaats van een jongen man te trouwen..." Félicité verstond de rest niet; de paarden draafden, de ezel liep in galop; in een rij togen ze een voetpad langs, een hek week open, twee jongens traden te voorschijn, en er werd afgestegen, vóór de mestvaalt, vlak bij den deurdrempel. Toen vrouw Liébard haar meesteres voor zich zag, kwam er geen eind aan haar vreugdbetuigingen. Ze zette haar een ontbijt voor bestaande uit runderharst, rolpens, bloedworst, gestoofde kip, schuimenden cider, vruchtentaart, en pruimen op brandewijn, dit alles kruidend met beleefdheden aan mevrouw, die er zooveel beter uitzag, aan de jongejuffrouw, die "allerliefst" was geworden, aan mijnheer Paul die zoo buitengewoon was aangesterkt, zonder hun overleden grootouders te vergeten, die de Liébards gekend hadden, daar ze van ouder tot ouder aan de familie verbonden waren. De hoeve had, zooals zij zelve, iets ouderwetsch over zich. De balken waren vermolmd, de muren zwart van rook, de vensterruiten grijs bestoven. Een eikenhouten aanrecht was beladen met allerlei gerief, groote kannen, schotels, tinnen kommen, wolfsklemmen, scharen om de schapen te scheren, een reusachtige klisteerspuit, waar de kinderen om lachen moesten. Niet één boom in de drie hoven, die geen paddenstoelen aan zijn voet had of in zijn kruin een bos mistel. De wind had er verschillende omgeworpen. Ze schoten in 't midden opnieuw uit; en alle bogen ze onder den last hunner appels. De stroodaken die van bruin fluweel leken en ongelijk van zwaarte waren, weerstonden de hevigste rukwinden. Het wagenhuis echter was bouwvallig. Mevrouw Aubain beloofde dit in gedachte te houden, en gaf bevel de rijdieren weer op te tuigen. Nog een half uur zou er noodig zijn om Trouville te bereiken. De kleine karavaan steeg af om de

TAMORA. Waarom heb ik 't geduld om dit te dragen? DEMETRIUS. Wat, waarde keizerin, doorluchte moeder, Hoe ziet uw hoogheid zoo ontdaan en bleek? TAMORA. Heb ik geen reden, denkt ge, om bleek te zien? Die twee daar hebben mij hierheen gelokt; Gij ziet, het is een woest, afschuwlijk dal, De boomen, trots den zomer, schraal, ontblaard, Geheel met mos bedekt en boozen mistel.

Toch komt deze verklaring voor de algemeene benaming mij te gekunsteld voor. En vanwaar de naam "mistel", het Oudhoogduitsche mistil? Raadselachtig, evenals de herkomst der plant raadselachtig was voor de Oude Romeinen, die dachten, dat zij geteeld werd zonder zaad, en zonder zaad werd voortgeplant, gelijk Vergilius getuigt.