Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Vervolgens Moelei-Ismaël, een even groot ellendeling als wellusteling, die gedurende zijne regeering tien duizend hoofden liet afslaan; die vader was van twaalfhonderd zonen, en, niet tevreden met zijne acht duizend vrouwen, aan Lodewijk XIV de dochter van de Hertogin de la Valière tot vrouw liet vragen. Verduiveld, zeide de luitenant, het zijn prachtexemplaren, uwe Sultans.
"Wel verduiveld," bromde Sawbridge met al de verontwaardiging van een eersten luitenant, die bemerkt dat hij gedurende drie weken door een adelborst is misleid. "Waar is hij; in de gelagkamer?" "O neen, meneer," antwoordde de bediende, "meneer Rustig heeft de voorkamers der eerste verdieping betrokken." "Nu, wijs me die dan maar."
"Houdt ge me voor den gek! Zeg het dan bijtijds, dan kan ik de plaat poetsen." "Komaan, komaan, een lief klein vrouwtje... Is je dat nu voor den gek houden?" "Waarom moet ze klein zijn?" vroeg Kaap Matifou plotseling nurksch geworden. "Mij dunkt, dat ik niet zoo heel klein ben." "Verduiveld, ja... Je bemerking is juist... Een klein vrouwtje zou niet bij je passen!..." "Welnu?"
"Als het slecht nieuws is, houd het dan maar voor u, want ik vermaak mij veel te goed dan dat ik mijn avond bedorven wil hebben." "Dat vertrouw ik ook wel van u, Honoria; maar 't is verduiveld goed nieuws, bijna zulk goed nieuws als iets voor uw wijsneus van een man maar wezen kan.
"Dat zal wel een goede zijn. Maar zal de weduwe ons den schat niet afnemen, Tom? 't is op haar land." "Zij hem ons afnemen? Laat zij 't eens probeeren. Al wie een verborgen schat vindt, mag hem houden. Het doet er niet toe op wiens land het is." Huck was met dit argument tevreden. De arbeid werd voortgezet. Eindelijk zeide Huck: "Verduiveld, wij zijn zeker weer op de verkeerde plaats.
"Als zij dan dood toch maar geloopen hadden," zei Veervlug, niet zonder dit gezegde nog al aardig te vinden. "Nu, die is goed, Jan!" zei Torteltak; "maar het stoof verduiveld in die menschendoos." "Dat komt," zei Joachim, "omdat het zeer warm geweest is en in geen vier dagen geregend heeft." Deze opmerking van Polsbroekerwoud was zeer juist.
Daarop bond hij het paard van den Franschman aan de ruif en nam er den zadel af, en toen hij er den mantelzak afnam, zeide hij: "Verduiveld was is die zwaar!" en legde hem in zijne haverkist, schudde het laatste voeder voor zijne paarden uit, en ging naar bed en sliep, alsof er niets bijzonders was voorgevallen.
Voor het overige zal ik een middagmaal gereed maken." "Verduiveld, neen." "Waarom?" "Geef het vijffrancstuk niet geheel uit." "Waarom?" "Wijl ik iets voor mij moet koopen." "Wat?" "Iets." "Hoeveel hebt ge noodig?" "Is hier in de buurt een ijzerwinkel?" "In de straat Mouffetard." "Ha, ja! op den hoek eener straat, ik herinner mij." "Zeg mij hoeveel ge noodig hebt."
"Mijnheer," antwoordde Shelby, zich driftig naar hem omkeerende, "wat moet ik uit dat gezegde verstaan? Als iemand mijne eer in twijfel trekt, heb ik maar een antwoord voor hem." De handelaar scheen hierdoor uit het veld geslagen, en zeide op een wat lageren toon dat het toch verduiveld hard voor iemand was, als hij een goeden koop gedaan had, dan zoo gefopt te worden.
Ten laatste bekende de schurk dan ook met eene onbeschofte koelbloedigheid en op uittartenden toon. Zijne veroordeeling volgde nu spoedig; de ellendeling ging voor levenslang naar de galeien. Hier hield de kapitein een oogenblik op. Verduiveld, waarde kapitein! zeide de luitenant, gij hebt geen pleizierige jeugd gehad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek