Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Nooit heb ik met een lozee zooveel te stellen gehad. Als de dames eens uitgingen dan had ik met juffrouw Mathilde alleen wel een groot uur werk. "Trui wat dunk je," was het dan, "staat me dit goed, of kijk, vin je dat beter, of dit?" of weer wat anders, o, in 't bespottelijke!
Denk je dat ze 'm aandurfden? Maar ik, ik pakte hem flink beet, en... Ze versprak zich, en bemerkte het: ... nu ja, dat zou ik gedaan hebben als ik niet 'n vrouw was geweest. Want vrouwen moeten zich nooit inlaten met ruwigheid. Dat stáát niet... wat zeg jy, Trui? Ik liep weg, en sloot m'n kamer, zieje! Neen, kerasie hebben al die manlui niet! "Al die manlui!"
De Roomsche vrouwen dragen om den hals, in plaats van de broche, een kruisje, en, indien het burgervrouwen zijn, dragen zij aan de muts niet de rijk bewerkte ovalen "stukken", maar "boeken", vierkante gouden plaatjes, die soms eenigszins cilindrisch omgebogen zijn. Het mannen-costume bestaat uit een blauwe trui van wol, en een wijde broek, met een pet op.
De verdenking waaronder zij lag; het misnoegen harer dierbare ouders bij het gevoel van schuld over hare, ja, onschuldige, doch tevens ongepaste samenkomsten; de deerniswaardige toestand waarin zich haar beste Jozef bevond, door den opgewekten toorn van haar vader, dien zij, door haren plicht getrouw te blijven, had kunnen voorkomen dit alles te zamen deed Jenneke vele tranen storten; en nog had zij geen oog geloken, toen Trui de melkmeid haar om vijf uur kwam roepen.
Daar heb je nu, byv. die man hier achter ons op de gracht ... hoe heet-i ook, Sertrude? Trui noemde een naam. Neen, dien meen ik niet. Ik bedoel ... och, 't is 'n naam die ... hy heet ... help me toch, Trui? In de Lange-Niesel woont 'n man die byna ook zoo heet, maar toch anders, heelemaal anders.... De naam doet er niks toe, zei juffrouw Laps.
't Is waar ook is-i niet thuisgekomen. Trui? Wouter is uit wandelen, meester, met de Hallemannetjes. Dat zyn heel fatsoenlyke kinderen, meester, en ze wonen... Zoo... met de Hallemannetjes... die op de fransche school gaan! Zoo... ei! Ei... zoo!
Trui, geef me je gezangboek. Kyk, Wouter: hoog, omhoog, het hart naar boven... dat 's liggend, zieje, En: hier beneden is het niet... dat staat, weetje? En dan moet je er wat inbrengen van God... Ja, en dat-i wewenaar is, voegde de moeder er by. Haar oom... verbeterde Stoffel. En alle regels moeten even lang wezen.
Friskuus, zei de koekbakkersjuffrouw, met 'n konynenmondje, dat fatsoen beduidt. Kemän, of 'k sou denke dâ-je 't niet lustte. Dat mocht ze niet laten denken, want ze had 't zelf gebakken. Dan mach 'k je nie riffesére, juffrouw Pieterse. Chobliseert en dankie wel. En uwé, juffre Laps, toe, mach 'k 'r j'eentje cheefe? Juffrouw Laps koos janhagel. Skenkerissin, Trui!
DROMIO VAN EPHESUS. Hé, Trui, Brigit, Marianne, Kaat, Rika, Martha, Jaan! Bloed, domoor, ezel, schaapskop, lompe beer! Pak u weg van de deur of zet op de stoep u neer! Wat roept gij hier deernen op, en dat zoo bij 't dozijn, Als één reeds een te veel is? Van hier, loop rond, verdwijn! DROMIO VAN EPHESUS. Wat lomperd werd portier hier? Doe open, mijn meester wacht.
Z'n moeder vroeg hem uitdrukkelyk of-i de saus naast of over z'n aardappelen hebben wou, want: Denk eens, Trui, ze hebben 'n zaal in-huis! En jy, Wouter, eet nu wat dóór, en ga 'r gauw weer heen. Je moet nu ook van jouw kant toonen dat wy óók by-de-handte menschen zyn, wat zeg jy, Stoffel? Gut ... 'n eigen Buiten! Wouter deed wat-i kon om zich aan doorschynende aardappels en yver te verslikken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek