United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


DANDYN. Wel ik zal van daag het recht uitstellen. ’t Geschiet om uwent wil zoet Bruidje, laat ons gaan De wezen troosten, met een roemer van een vaan. Einde van het derde en laatste Bedryf.

Daar wij sedert drie uren in den morgen bijna niets gegeten hadden, begon de honger ons te kwellen; en het ruischen eener naburige beek, die wij echter niet konden zien, verdubbelde onzen dorst, Sémiond wilde water uit die beek gaan scheppen; het gelukte hem inderdaad haar te bereiken, maar nu kon hij niet meer naar ons terugkeeren; om hem in zijne gedwongene afzondering te troosten, riepen wij hem van tijd tot tijd in den donker toe.

Maar het brak hem geheel en al die zachte moeder te zien, die wegsmolt in zijn verdriet. Hijzelve moest haar troosten. Mama, mama, niet zoo huilen! Zoo vreeselijk is het niet! riep hij uit in vertwijfeling. Frédérique was blijven staan en zij leunde tegen den deurpost der porte-brisée, haar hoofd in haar armen.

"Ik ben blij," zei Lady Middleton tot Lucy, "dat je van avond niet dat mandje voor ons lieve Annemarietje gaat afmaken; want ik geloof stellig dat het verkeerd voor je oogen zou zijn met dat fijne zilverdraad te werken bij kaarslicht. We zullen wel iets vinden om het lieve kind te troosten morgen over haar teleurstelling; ik hoop dat ze 't zich niet te erg zal aantrekken."

"Maar, vriend, zeg mij toch, wat u zoo diep bedroeft; misschen zal ik u kunnen troosten...." "Troosten? mij troosten?" herhaalde de sergeant-majoor spottend. "Neen, neen, mijn hart is een gesloten graf: geene lichtstraal kan er nog binnen, geene hoop meer voor mij dan in den dood!" En eensklaps de hand des fouriers aangrijpende, zeide hij;

Mijn hart breekt bij het vooruitzicht, dat mijn ongelukkig kind, op zulke blijde dag, met dodende pijnen zal gefolterd worden. Ik bid u, mijn broeder, doe de mannen van Mijnheer Borluut over het slagveld gaan, dat men zoeke of het lichaam van Adolf niet te vinden is. Ik ga mijn kranke Machteld troosten; de tegenwoordigheid haars vaders geve haar tenminste een heuglijk ogenblik."

"Oom Frans," zeide zij slechts, "wat zal 't eenzaam zijn, als u weg is." Hij antwoordde niet dadelijk. Hij dacht er aan, hoe hij nog slechts twee dagen bij haar wezen zou, en bij die gedachte kromp zijn hart inéén. Hij wist niet, hoe hij haar of zichzelf zou kunnen troosten. "Ik zal Zondags overkomen," zeide hij toen "als ik mag."

Eve, o Eve! kreet hij, want door de ironie harer doffe stem schemerde zulk eene smart heen, dat hij ontzette, radeloos, niet wetend, hoe hij haar troosten zoû. Zeg me alleen dit! vroeg zij, hem naderend, met haren vreemden blik in den zijne.

De meeste jonge mannen die Annie ontmoet had, plachten cynisch te pochen op hun ongevoeligheid, Louis was zacht en meelijdend; de meeste anderen wisten of merkten wel wat haar ouders voor menschen waren en praatten over hen op oneerbiedig ironischen toon, ook al was zij er bij, iets wat haar altijd erg hinderde; Louis deed dat nooit, hij liet nooit merken dat hij begreep hoe de verhoudingen waren in dat huis, toch was 't soms of hij haar wilde troosten door hartelijken omgang en stille hulde.

"Beste Santillano," zei hij, "ik kom niet om je te troosten maar om met je te weenen over Antonia, zooals gij met mij Séraphine zoudt beweenen, indien ze van mij werd weggenomen." Hoe gebukt ook onder mijn smart, ik gevoelde toch levendig zijn goedheid. Don Alphonse had een lang onderhoud met Scipio over hetgeen ze konden doen om mij te onttrekken aan mijn verdriet.