United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


De meeste jonge mannen die Annie ontmoet had, plachten cynisch te pochen op hun ongevoeligheid, Louis was zacht en meelijdend; de meeste anderen wisten of merkten wel wat haar ouders voor menschen waren en praatten over hen op oneerbiedig ironischen toon, ook al was zij er bij, iets wat haar altijd erg hinderde; Louis deed dat nooit, hij liet nooit merken dat hij begreep hoe de verhoudingen waren in dat huis, toch was 't soms of hij haar wilde troosten door hartelijken omgang en stille hulde.

Als dichter toont Vinje dezelfde eigenschappen, die den prozaschrijver kenmerken, subjectivisme en den ironischen dubbelen blik. Dikwijls begint hij, met zich inderdaad of schijnbaar aan eene stemming over te geven, tot aan het slot de schalk om den hoek komt kijken en de stemming verstoort. Ook hierin herinnert hij aan Heine.

Maar kort, met een scherpe, krakende stem, viel hij haar in de rede.... Hij zei niet veel, maar 't had een kouden, ironischen klank, het had iets van een hoonend bevel.... Hij zou maar aannemen, dat ze wat erg nerveus was, ze moest thuis maar wat Hoffmann nemen, in een glas koud water.... Hij sprak net tegen haar zooals ze had 't eens, met verbazing, gehoord tegen een van zijn jonge bedienden, dien hij met minachting placht te behandelen....

Den volgenden morgen had Kolb zijn reisbundel gepakt en stond hij bereid tot den verderen tocht. Mona, zeide hij, zich met moeite bedwingende, wat moet ik doen? Wat het haar kostte, het vreeselijk woord "ga", uit te spreken! Alleen? Zij knikte toestemmend. Gij verlaat mij dus, sprak hij somber en met een bitter ironischen trek om de lippen. Antonio! maak het mij niet te zwaar!

Als met eene nieuwigheid vermaakte men zich met den Lof der Mug door Lucianus, met Lucianus' ironischen Lof van Phalaris, den siciliaanschen tiran. Men herinnerde zich met welgevallen dat Glauco schertsend den Lof van het Onregt, Synesius den Lof der Kaalheid, Favorinus den Lof van Thersites, den mismaakten homerischen zwetser, en den Lof der Derdendaagsche Koorts geschreven had.

»Laat Oliver ze brengenzei de heer Grimwig met een ironischen glimlach, »hij zal ze wel veilig afgeven.« »Ja, toe mijnheer, laat ik ze asjeblieft wegbrengenzei Oliver, »ik zal hard loopen

Dit was het eerste woord, dat de geest des leugens haar ingaf: "Nu rijden wij samen naar den wedren jammer, dat ik al met Betsy afspraak heb gemaakt! Zij zal mij namelijk afhalen...." Bij het hooren van dezen naam fronste Karenin het voorhoofd. "O, ik wil de onafscheidelijken niet scheiden," antwoordde hij op zijn gewonen ironischen toon: "Ik ga met Michaël Alexandrowitsch.

De opzichter zei dat met ironischen ernst. Halef keek hem zwijgend en toornig aan, maakte een minachtende handbeweging, keerde zich om en ging weg met de woorden: Zwijg dan! Die van zijn voorouders niets weet, kan zich dan ook met mij niet vergelijken! Maar, riep de ander lachend hem achterna, gij hebt zelf, daar straks nog, ook bekend, dat gij evenmin van de uwe iets weet!

Hij, vroeger zulk een nauwgezet vader, verkoelde in dezen winter vooral jegens zijn zoon en zooals met zijn vrouw sprak hij ook met hem op ironischen toon.

Ik zou je graag twaalf gulden willen geven voor het leenen van een fiets." De herbergier spitste de ooren. "Waar wil je heen gaan?" "Naar Holdernesse Hall." "Lieden van den hertog, is het niet?" zei de herbergier, onze met modder bevlekte kleederen met een ironischen blik beschouwend. Holmes lachte goedhartig. "In elk geval zal hij blij zijn, wanneer hij ons ziet." "Waarom?"