United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


De jongeling was bij dit alles niet de minst gelukkige, want Kolb had hem zijne hulp toegezegd. Half in den schemer, ter zijde, zonder zich bij de anderen te voegen, stond Mona. De trotsche, de onbevreesde, wier oogen voor niemand zich neersloegen, die met minachting gedacht had over de flauwe blonde deernen van het Noorden, zij was door eene vreemde bedeesdheid overvallen.

In die diepte staarde zij nog altijd, voorover gebukt met eene helling, die elk oogenblik het evenwicht kon doen overslaan. Kolb durfde haar niet aanvatten om, haar terug te trekken, uit vrees, dat zij eenige beweging zou maken, en elke beweging was de dood.

Mona vroeg toen aan Anton, haar te zeggen, hoe zij getroffen was geweest door de muzikale uitvoering, die zij een paar dagen vroeger hadden gehoord, en zoo wisselden zij eenige gedachten, die door Kolb werden vertolkt.

Toen hij binnentrad, zag hij haar voor het raam staan, omhoog turende naar het weinige lucht, dat zij door de laatste zonnestralen verlichten zag. Daar achter de oude huizen, ver daarachter gaat zij op over een schoon land, mijn land, Antonio, Antonio, waar hebt gij mij heengebracht! Kolb zag haar aan en verschrikte.

Gij zijt wel goed, zeide de vader tot Kolb, en uwe toegevendheid verheft den jongen wat veel. Wees welkom bij ons;, wij wisten niet, dat wij het geluk hadden den componist bij ons te hebben, wiens naam ons door zijne werken toch bekend was. Lise en Gretchen waren niet minder opgetogen met een werkelijken componist bij zich te hebben, en uitten hare ingenomenheid, met naïeve openhartigheid.

Hij was daarbij te ongedurig, zelf steeds zoekende, en de tijden waren ook nog niet daar, waarin een rondreizende virtuoos gemakkelijk concerten kon geven. Het leven hing als een loodzware mantel hun beiden om de schouders. Kolb had berouw, dat hij, den aanvankelijken opgang, dien hij in Italië gemaakt had, had weggeworpen om de gril, die hem voor een tijd weer naar zijn land terug had gedreven.

Den volgenden morgen had Kolb zijn reisbundel gepakt en stond hij bereid tot den verderen tocht. Mona, zeide hij, zich met moeite bedwingende, wat moet ik doen? Wat het haar kostte, het vreeselijk woord "ga", uit te spreken! Alleen? Zij knikte toestemmend. Gij verlaat mij dus, sprak hij somber en met een bitter ironischen trek om de lippen. Antonio! maak het mij niet te zwaar!

Hij had niet opgemerkt, hoe de overgeplante bloem zachtkens was gaan verwelken, thans was hij versteld over de uitwerking. Het heimwee had haar ondermijnd en geknakt. Zij begon hevig te beven en eene ijzige kou bekroop haar. Kolb tastte in zijn zak om haar het gelukkige nieuws mede te deelen. Zij gleed langs het vensterkozijn neder, Kolb ving haar op, zij was ijlende.

Zij zaten op eene open plaats, waar zij een ver uitzicht hadden in het verschiet, eene plek, die Kolb in den laatsten tijd tot zijne dagelijksche wandeling koos. Mona zag op naar den man, wiens blik aanhoudend westwaarts trok naar de ondergaande zon en het verschiet als wilde doorboren. Antonio, zeide zij, wat zoekt gij toch daar?

Toen Kolb er zijne zaken had afgedaan, konden zij die stad verlaten en begaven zij zich naar Florence, van daar naar Miliaan, waar zij het eind van den zomer doorbrachten, en toen, hoewel het reeds laat in het najaar begon te worden, de wegen slecht waren, en de reis in dien tijd nog niet door allerlei vervoermiddelen gemakkelijk gemaakt werd, vingen zij den tocht aan.