United States or Colombia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig bemerkte ik, hoe die liefde in hevigen haat was veranderd en zij niets onbeproefd had gelaten om mij te benadeelen. Op een ochtend, dat ik met don Alphonse alleen was, vond ik hem in een neerslachtige stemming. Ik vroeg hem, wat er was en hij zei, dat het hem verdriet deed Séraphine zoo zwak en ondankbaar te zien. "Dat verwondert u," voegde hij eraan toe, "maar het is waar.

De jonge man begon te vertellen. Geschiedenis van don Alphonse en van de schoone Seraphine. Ik zal u niets verbergen, vader, noch mijn metgezel, die mij zoo edelmoedig heeft geholpen. Ziehier mijn afkomst. Ik kom van Madrid. Een officier van de Duitsche garde, genaamd baron von Steinbach, merkte, toen hij op een avond thuiskwam, aan den voet van de trap een pak wit linnen.

"Een jonge edelman uit deze streek heeft Séraphine in de mis gezien en is verliefd op haar geworden. Hij is bij mij gekomen en heeft zijn liefde geopenbaard, maar ik heb hem natuurlijk gezegd, dat de beslissing afhing van haar vader en van den heer van het kasteel. Nu ge beiden teruggekomen zijt, kan hij zich tot u wenden." "Wat voor man is het?" vroeg Scipio.

Ik heb twintig jaar gewerkt in de bureaux van het ministerie en om de diensten, die ik aan den staat heb bewezen, te beloonen, heeft de koning mij brieven van adeldom verleend, die ik u zal toonen." Daarop bracht ik mijn papieren te voorschijn, die hij met kennelijk genoegen inzag. "Nog beter!" zei hij, "Dorothea is voor u." "En gij kunt rekenen op Séraphine," riep ik.

"Dit schepsel is werkelijk een instrument der wellust, een liefde-stradivarius, waarop ik gaarne een lied zou willen spelen," dacht Rodolphe, toen hij het hart der schoone zeer duidelijk een stormaanval hoorde slaan. Op dat oogenblik werd er hard aan de bel getrokken. "Lucile, Lucile!" riep Séraphine tegen haar kamenier; "doe niet open, zeg, dat ik nog niet thuis ben."

Hij zag Séraphine nu reeds met andere oogen dan die van een kunstkenner aan en nam de handen van het mooie meisje in de zijne. Het waren sublieme handen, als het ware gebeeldhouwd met den zuiversten beitel der Grieksche sculptuur.

"Beste Santillano," zei hij, "ik kom niet om je te troosten maar om met je te weenen over Antonia, zooals gij met mij Séraphine zoudt beweenen, indien ze van mij werd weggenomen." Hoe gebukt ook onder mijn smart, ik gevoelde toch levendig zijn goedheid. Don Alphonse had een lang onderhoud met Scipio over hetgeen ze konden doen om mij te onttrekken aan mijn verdriet.

Ik vond mijn nieuwen meester verliefder dan ooit op zijn Séraphine, zijn Séraphine verrukt bij hem te zijn en don César gelukkig, hen beiden te bezitten. Ik legde er mij op toe, dezen goeden vader voor mij te winnen en ik slaagde er ook in.

Séraphine zei me, dat ze hoopte, dat de zaak in der minne zou worden geschikt en dat een huwelijk, in het openbaar gevierd, spoedig een eind zou maken aan de veete tusschen de twee huizen. Den brief van don Fernand had ze opgezonden naar haar vader.

Ik had alleen maar oog voor hun belang, mijn administratie was goed en eerlijk; ik was een intendant, zooals men er geen beteren vindt. Terwijl ik mij zoo verheugde in mijn uitstekende positie, wilde de god van de liefde mij ook zijn gunsten betoonen en deed in het hart van Lorença Séphora, een van de vrouwen van Séraphine, een sterke neiging geboren worden voor mijnheer den intendant.