Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


"Bij Sint-Julfus," zeide de nar: "ik heb dagwerk om den menschen de dwaasheden te verwijten, die zij gedaan hebben, zonder dat ik er die behoef bij te voegen, welke zij zullen doen." "Een goed antwoord," zeide Treslong; "maar zoo het Mevrouw behaagt, zouden wij de geheimen van dat tooverglas ook wel eens willen kennen."

De admiraal Bloys van Treslong, een der veroveraars van den Briel, een oud en trouw aanhanger van den prins van Oranje, was het slachtoffer geworden van de vijandige gezindheid van eenige leden der admiraliteit: hij was in hechtenis genomen en aangeklaagd en ontving eerst later zijne vrijheid terug.

Een krijgsraad voor den Italiaanschen edelman!" "Ik roep het krijgsrecht in, Willem van Bloys, graaf van Treslong," zegt Paciotto op hoogen toon, ofschoon de wanhoop op zijn gelaat te lezen staat. "Hetzelfde krijgsrecht, dat Alva toepaste, toen hij mijn broeder met zeventien andere edellieden liet terechtstellen op de markt te Brussel," antwoordt de Hollander.

Eindelijk echter werd zij uit dien staat van ongeduld verlost, door een vraag, welke Treslong aan den hansworst deed, wat of er namelijk in den zak school, dien hij bij zijn komst zoo zorgvuldig onder de tafel geplaatst had. "Daar in dien zak," was het antwoord, "zit het wonderbare glas, waarin mijn meester de toekomst leest." "Ei! de toekomst! en kunt gij die ook reeds verklaren, vriendje?"

Treslong, Uilenspiegel en de matrozen zeiden: Gij krijgt dobbel rantsoen, Lamme. En Lamme, die plotseling weemoedig werd, zeide: Mijne vrouw, mijn liefste vriendin! als iets vermag mij over onze scheiding te troosten, zal het, bij het uitoefenen mijner bediening, het aandenken wezen aan uw goddelijke keuken in onze halle vol liefde. Gij moet den eed afleggen, mijn zoon, zei Uilenspiegel.

Want de stadsbeul is naar Middelburg, en daar Treslong dit nu eerst verneemt, verheft hij zijn stem tot de menigte vóór het stadhuis en looft een vrij aanzienlijke som uit voor hem, die het beulswerk wil verrichten.

"Hij zou desnoods nog een boog hanteeren," zeide Adeelen: "ik verzeker u, Heer van Treslong, naardien dat uw naam is, dat onze Friesche monniken de strijdkolf en den boog meer in de hand hebben dan het getijboek en dat, bijaldien ik geen goed kuras gedragen had, mij een Lidlummer monnik voor mijn tijd naar de eeuwigheid gezonden had."

"Inderdaad!" zeide Treslong: "en heeft die twist gevolgen gehad?" "Eenige bebloede koppen. Wij hebben vrede gemaakt en den zoen met een deftigen maaltijd gevierd, waar wij alle veete hebben af gedronken." "Van drinken gesproken. Ik zou bijna vergeten u het welkom te brengen. Herman! hier! vul ons een verschen nap."

Straks ontstond er een uitbundig gejuich, en de Heer van Spangen, die den inzet bewaarde, was reeds gereed dien aan den winnaar ter hand te stellen, toen Adeelen tusschenbeide trad, en beweerde dat het schot niet gelden mocht, aangezien Treslong, toen hij afschoot, niet op den behoorlijken afstand was blijven staan, maar een stap voorwaarts gedaan had.

Treslong ondervroeg hen, en steeds antwoordden zij: Niets! En Lamme, bleek en afgemat, zuchtte jammerlijk. En Nele zei hem: Hoe komt het, Lamme, dat gij zoo treurig gestemd zijt? En Uilenspiegel zei hem: Gij wordt mager, mijn jongen. ja, zeide Lamme, ik ben treurig en mager. Mijn hert verliest zijne vroolijkheid, en mijn goede tronie heure frischheid.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek