Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
De Spanjaard ontkent den roof en beweert, dat het paard hem toebehoort en hij het van jongs af heeft opgekweekt. Er was geen bewijs van het tegendeel en de rechter was op het punt, den klager in 't ongelijk te stellen, toen deze plotselings uitriep: "het paard behoort aan mij en ik zal het bewijzen."
De toepassing dezer bepaling op het auteursrecht zou m. i. niet geheel zonder bedenking zijn, daar hier elke waarborg ontbreekt, dat de meestbiedende, wanneer hem eenmaal het auteursrecht toebehoort, de persoonlijkheidsrechten van den auteur zal ontzien.
Hij woont daar ginds buiten, niet ver van 't Chineesche kerkhof. Hij gaat met niemand om, iedereen loopt van hem weg uit vrees voor besmetting. Och, als je toch 's zijn huisje zag. 't Is een krot, waar wind, regen en zon vrijen toegang hebben. 't Is hem verboden iets aan te raken dat aan de menschen toebehoort. Eens op een dag viel er een kleine jongen in 't kanaal.
Hij loopt voort met een droevig hart. Hij voelt geen vreugd over den val van zijn vijand, en is niet blij met de prachtige berenhuid, die de koster hem ten geschenke heeft gegeven. Nu meenen velen zeker, dat hij er over treurt, dat het fijne, mooie juffertje een ander toebehoort? Ach neen! dat baart hem geen smart.
Wat mij toebehoort is het uwe, en gij kent zeer goed de beweegreden van mijn arbeid in die richting!" John Watkins begreep eensklaps hoeveel partij hij trekken kon van de ontdekking van den jeugdigen ingenieur. Wat dan ook de Napolitaan er van denken mocht, hij aarzelde geen oogenblik om van meening te veranderen.
Dit karakter valt vooral op te merken bij de Vandergaart-Kopjes-Mijn, een van de laatst ontdekte legeringen, die, zooals ik het ter loops kan mededeelen, toebehoort aan den eigenaar van de hut, waarin ik u zit te schrijven. "Wanneer men in eene kop- of komvormige schaal een vocht schenkt, waarin vreemde stoffen in oplossing zijn, wat gebeurt er dan?
"En houdt gij mij voor iemand, tegenover wien gij u gedragen kunt alsof de prairie u in eigendom toebehoort? Dan vergist gij u. Tot nu toe hebt gij mij vragen gedaan, en ik heb u geantwoord. Maar nu verlang ik te weten wie ik vóór mij heb. Hoe heet gij, en wat zijt gij?" Deze vragen waren tot den kleine gericht.
Menschen, en de woningen van dezen, zoekt hij niet gaarne op, omdat het vak, hetwelk hij uitoefent, eigenlijk een onwettig middel van bestaan is. De grond waar hij hout velt, is niet zijn eigendom. Het komt ook zelden of nooit in hem op, er naar te vragen aan wien die grond toebehoort.
"De boeren, aan wie dit eiland toebehoort, moeten u komen helpen," meende de jongen. "Zij zijn hier al dikwijls geweest," antwoordde de hamel, "maar dan verborgen de vossen zich in grotten en spleten, zoodat ze hen niet konden schieten." "Je meent toch niet, Vadertje, dat een stumper als ik ze aan zou kunnen, als jij zelf en de boeren ze niet onder den duim hebben kunnen krijgen," zei de jongen.
"Welnu," zeide St.-Clare ernstiger, "als gij mij verzekeren kunt dat ik deze soort van vroomheid werkelijk kan koopen en dat zij in het boek daar boven op mijne rekening zal worden gezet, als iets dat mij toebehoort, wil ik er niet op zien om er iets extra voor te betalen. Wat zegt gij?" "Ja, dat kan ik werkelijk niet doen," antwoordde Haley.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek