Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Hij had zijn doel, den jonker bang te maken, volkomen bereikt, en ook was hij gevleid door de vriendelijke woorden van de schoone ridderbruid. Maar Jonker Jan had geen genoegen. Hij gevoelde zich gekrenkt en vernederd. Hij trad op de jonkvrouw toe, en zeide, het gevest van zijn zwaard grijpende: "Eenmaal hoop ik Uwe Edelheid metterdaad te kunnen toonen, dat dit zwaard geen lafaard toebehoort.

Onder dit natuurrecht in ruimeren zin valt de plicht, dat men overleg moet gebruiken bij het vergeven van datgene, wat aan iemand persoonlijk of aan een communiteit toebehoort. De wijze moet den voorrang hebben op den minder wijze, de arme op den rijke, de naastbestaande op den vreemdeling.

Eenmaal heb ik gezworen, u levenslang te zullen liefhebben; en de overtuiging dat gij mij toebehoort, even als ik u, is zoo diep in mijne ziel geworteld, dat men mij om het leven zou moeten brengen om mij haar te ontnemen. Fladder dus vrij, lieve man! In gedachten neem ik uw blond hoofd tusschen mijne beide handen en kus u zachtjes op de oogen. Zoo is het goed.

Het moet met allen mogelijken spoed en met goeden wil geschieden.... Maar ik.... Nu, terwijl het lot van mijn land, van mijzelve en mijne kinderen op het spel staat, nu geen kwartieruurs mijzelve toebehoort, en er geen eind komt aan het schrijven en raadplegen, mag ik mijn tijd niet met dergelijke dingen verbeuzelen. De werkzame geest...."

Dagobert, Koning van Oostvrankryk, bouwde te dezer tyd een slot, nevens Wiltenburg, dat hy Utrecht benoemde, alwaar de schepen, die uit zee den Rhyn opvoeren, zich moesten vertollen. Welke plaats in voorigen tyd den Friesen had toebehoort.

"Maar, heer koning, wij, ridders van Vlaanderen, hebben gezworen dat geen enkele Erembald, dit is het geslacht waaraan de moordenaar toebehoort, genade des levens zou bekomen. Daarenboven op den toren bevinden zich nog Erembalds; onder anderen de rijkste en machtigste Kerel, Robrecht Sneloghe.

Het leven, de scalp en hetgeen aan het Springende Hert toebehoort, behoort thans aan u." "Neen, neen!" zei de kleine afwerend. "Ik wil er niets van hebben. Houd hem hier maar bij u, gij kunt hem best gebruiken, vooral wanneer er weer eens een wedloop om het leven met een blanke moet plaats hebben."

De erfgenaam is dus niet gehouden, de schulden te betalen, aangegaan zonder zijn toestemming; is hij nog onmondig, dan is het consent der moeder noodig. Het gebruik wil ook, dat een goed, roerend of onroerend, aan iemand geschonken door zijn vader, rechtens toebehoort aan den zoon van dien man; de zusterszoon heeft er in het geheel geen recht op.

Het was Nohuda, de Erwt; zij kwam nu naderbij, nam mij den armband uit de hand, bekeek dien en riep uit: Allah! het is de mijne. Het is een erfstuk van een mijner vrouwelijke voorouders. Bekijk hem en overtuig u dat hij inderdaad mij toebehoort. Zij reikte hem haar man. Bij Allah, het is de uwe! erkende hij. Bedenk u dus eens, Nohuda, of de Mubarek omstreeks dien tijd bij u is geweest, zeide ik.

"Goeden dag, waarde gast! en welkom hier!" riep kolonel Guyara uit. "Gij zijt een man van uw woord. En, nu gij mij voor den geheelen dag toebehoort..., zult gij mij niet ontsnappen." "Heer gouverneur, ik zal u eerst dan toebehooren, wanneer gij mijn gast zult geweest zijn. Vergeet niet..." "Wat, dokter Antekirrt? Als ik u vriendelijk bidden mag...!" vroeg kolonel Guyara.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek