Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Het rijtuig reed de brug over, die de Laagen overspande, en hield, na de kerk voorbijgereden te zijn, op den anderen oever stil, niet ver van den waterval van Larbrö. »Vrienden," zei professor Sylvius Hog, »volgens mijne meening, zullen wij hier alleen verspannen. Dunkt u niet?" »Zooals gij goedvindt, mijnheer Sylvius," antwoordde Joël Hansen. Hulda knikte toestemmend.
Vandaar dan ook, dat dit vaartuig eerst den 12den Juli Christiansand en in den ochtend van den 15den Christiania bereikte. Dien morgen was professor Sylvius Hog aan boord gegaan. Daar had hij stuurman Ole Kamp nog zeer zwak aangetroffen. Deze vertelde hem toen alles, wat er voorgevallen was, sedert hij zijn laatsten brief, gedagteekend van Saint Pierre-Miquelon geschreven had....
Het was ongeveer drie uur toen het lichte vaartuig van boomschors te Tinoset aankwam. Tinoset is slechts een eenvoudig gehucht, waar niet veel comfort te vinden is. Dat kon Sylvius Hog evenwel niets schelen, daar het niet in zijn plan lag, om daar, al was het ook maar een uur, te vertoeven. Zooals Sylvius Hog aan Joël gezegd had, stond een rijtuig op den oever te wachten.
»En daar doet gij wel aan, Joël," hernam Sylvius Hog. »Bovendien is het niet onmogelijk dat de Viken een oud zeeschip is, dat zeer slecht zeilt, zooals de meeste schepen, die op New-Found-Land varen; waarbij nog komt, dat het bij terugkeer zeer zwaar geladen zal geweest zijn. Kan dat zoo niet zijn?" Beide jongelieden antwoordden niet. Hun stilzwijgen kon voor eene toestemming gelden.
Ja, het was Hulda Hansen, die daar het Universiteitsgebouw was binnengetreden. Het arme meisje kon van aandoening niet overeind blijven. Zij zou gevallen zijn, als Sylvius Hog haar niet met krachtigen arm ondersteund had. Ja, dat deed de waardige professor. Hij ondersteunde de heldin van dit feest, die evenwel haren Ole Kamp daarbij miste!
En.... het merkwaardigste was, dat Sylvius Hog niet, hoe onwaarschijnlijk dit klinken moge, wanhoopte. Dertien dagen waren reeds verloopen sedert het loterijbriefje, door het departement van Marine van Christiania naar Dal verzonden, daar ontvangen werd.
»Juist, ziet ge.... Die zaak van dat loterijbriefje...." »Dat was mij door het hoofd gegaan, mijnheer Hog." »Maar mij niet, mijnheer Benett," antwoordde Sylvius Hog met een opgeruimden glimlach. »En hoe maken het die brave lieden te Dal, met wie gij kennis hebt aangeknoopt?" »Zeer goed, mijnheer Benett, ik dank u voor uwe belangstelling.
Vrouw Hansen meende dan ook, dat het gepast was den zoo algemeen geachten gast te zeggen, toen zij hem onder haar dak ontving, dat zij zich zeer vereerd gevoelde hem huisvesting te kunnen verleenen. »Ik weet niet of u dat eer aandoet, vrouw Hansen," antwoordde Sylvius Hog, »maar wel weet ik dat het mij genoegen doet hier te zijn."
Sylvius Hog opende tegen vijf uur in den ochtend de oogen, rekte zich eens uit en snoof met een zekeren wellust de heerlijke geuren op, die allerwege door de nabijzijnde dennenbosschen verspreid werden. Men kwam weldra te Konsberg aan.
Om die bergbestijging te volvoeren, had Joël zich des morgens om vijf uur op weg begeven en was eerst tegen zes uur in den namiddag teruggekeerd. Sylvius Hog en Hulda waren hem toen te gemoet gewandeld en wachtten hem in de nabijheid van de hut van den veerman.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek