Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
VALKENIER, 597; Charterboek, V 812 en verv. Zie VALKENIER, 't Verwerd Europa, Amst. 1675, 597 en vooral het uitvoerig verhaal bij SYLVIUS, Vervolg op AITZEMA, I 561.
Sylvius, in de 16de eeuw een beroemd geneesheer te Parijs, placht te zeggen, dat men over 't geheel een matigen leefregel houden moet, doch zich eens in de maand een roes drinken, om de zenuwen der maag levendig te houden en te voorkomen dat zij verdooven.
De aardbeien en melkspijzen zijn zeer aangenaam, zeer verfrisschend; maar dat alles is niet voldoende en daar ik er zelfs niet over wil hooren spreken, om op dieet gesteld te worden.... Hoe laat is het?.... En om hoe laat eet gij hier?" »Wat kan u dat schelen, mijnheer Sylvius?" »Wat mij dat kan schelen? Wel, zeer veel.
»Het is een lieve meid, beste vrienden," antwoordde de professor schelmsch. »Het is eene lieve, bekoorlijke meid, en.... bij Sint Olaf, ik ben nog slechts zestig jaren oud!" »Op uwe gezondheid, mijnheer Sylvius!" »Op de uwe, jongelieden! Reist het land door, onderricht u, vermaakt u. Alles valt zoo heerlijk mede, wanneer men uwen leeftijd heeft. Maar...." »Maar wat, professor?"
In den avond van den 12den Juli kwam er een brief, gericht aan het adres van professor Sylvius Hog. Die brief, door het Ministerie van Marine afgezonden, bevatte een anderen, die van Christiansand gedagteekend was. Christiansand is eene kleine havenplaats, aan den ingang van de baai van Christiania gelegen.
Een premie van twee duizend mark werd dan ook in naam van het gouvernement uitgeloofd aan ieder vaartuig, dat eenig bericht omtrent het vergane schip kon mededeelen en van vijf duizend mark aan hem, die een der schipbreukelingen in het vaderland terugbracht. Zoo besteedde professor Sylvius Hog de beide dagen, die hij te Bergen doorbracht.
Zusterlief!" riep Joël haar troostend toe. »Wees toch in Godsnaam kalm en luister naar mijnheer Sylvius...." »En laten wij vooral onze bedaardheid niet verliezen, kinderen. Kom, laten wij de zaak van nabij bekijken. Wanneer, zegt gij, werd Ole Kamp te Bergen terugverwacht?" »Zoo tusschen den 15den en den 20sten Mei," antwoordde Hulda, steeds schreiende.
Zie deze Missive en Resolutie bij SYLVIUS, II 42. De regering van Leeuwarden ontving bovendien een brief, waarin de Vorstin hare goede gezindheden nog sterker uitdrukte. Zie Geschiedk. Beschrijv. Later keerde zij echter in Friesland terug, en woonde meest op het Oranjewoud.
»Gij wilt dus niet langer bij ons vertoeven, mijnheer Sylvius?" vroeg de pachter. »Wij willen wel, maar kunnen onmogelijk!" antwoordde de professor, die zich geweld moest aandoen, om zich uit dien hartelijken kring los te rukken. »Wij kunnen onmogelijk, mijnheer Helmboë!" Men drukte elkander de hand, men kuste elkaar, zooals Sylvius Hog verzocht had, en toen was het oogenblik van vertrek daar.
»Welnu, dan zullen wij in plaats van langs de noordzijde, langs de zuidzijde van het meer Fol rijden, en.... zoo kunnen wij ook Konsberg bereiken, niet waar Joël?" »Evengoed, mijnheer Sylvius, zoo niet beter," antwoordde de jeugdige berggids. »Welnu, dan is alles in orde! Vooruit dan maar!" »Ik dank u voor mijn broeder, mijnheer Sylvius," zei Hulda Hansen door zooveel goedheid des harten bewogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek