Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


In onze dagen bekleedt meer dan één der professoren een hoogen rang in de wetenschappelijke wereld. Eén naam vooral trof mij, die van den heer Enea Piccolomini, een lid der doorluchtige familie uit Siëna en waardige handhaver en erfgenaam der traditiën van dien Æneas Sylvius Piccolomini, die, na zich een wijd vermaarden naam te hebben verworven onder de humanisten van zijn tijd, als Pius

Het zal wel niet behoeven vermeld te worden dat Joël Hansen dit gedeelte van het baljuwschap, dat hij zoo dikwijls tusschen Dal en Bambel doorgetrokken was, door en door kende. Het was ongeveer acht uur des avonds, toen Sylvius Hog met zijne reisgenooten in dat kleine gehucht aankwam. Men verwachtte hen daar niet; maar toch bleef pachter Helmboë niet in gebreke hen hartelijk te ontvangen.

»En," dacht hij, »wat ik voor hen wil beproeven, is in vergelijking van wat zij voor mij verricht hebben, waarlijk zeer weinig te noemen." Te Bergen aangekomen, liep de Run de haven binnen, en zette Sylvius Hog voet aan wal op de Vischmarktkade, aan den achterkant van het bekken gelegen.

»Zoudt gij dat loterijbriefje nu meer waarde gaan toekennen," ging vrouw Hansen onverstoorbaar voort, »omdat het in eene flesch gevonden werd, die in zee opgevischt is?" Is het te verwonderen, dat professor Sylvius Hog niet dadelijk met een antwoord klaar was?

Wat had Hulda bij die troostredenen anders kunnen doen dan weenen; terwijl Siegfrid haar aan het hart drukte. O, welke vreugde zou in de woning van den pachter Helmboë, bij die brave, eenvoudige en goede lieden geheerscht hebben, als er in hun kleine wereld reden tot vreugde bestaan had! »Dus gij gaat rechtstreeks naar....? mijnheer Sylvius," vroeg pachter Helmboë.

O, als ik ulieden daarginds in mijn woning zal hebben, tusschen mijn oude Kaat en mijn ouden Fink zittende,.... dan zoudt gij er als mijne kinderen beschouwd worden, en dan zou ik u wel weten te noodzaken, mij te zeggen, wat ik voor u doen kan." »Wat u voor ons doen kunt, mijnheer Sylvius?".... antwoordde Joël, terwijl hij aarzelend zijne zuster aankeek.

Joël was, nadat hij zijne zuster naar hare kamer had helpen brengen, de deur uitgegaan. Hij kon geen adem meer halen in het huis, dat zoo door het ongeluk bezocht was. Hij had lucht noodig; hij moest te midden van den storm zijn en bleef dan ook een groot gedeelte van den nacht aan de oevers van de Maan-rivier rondzwerven. Sylvius Hog was thans geheel alleen.

»Goed zoo," antwoordde de pachter. »Maar tusschen zes uren en den korten tijd, dien gij thans bij ons doorbrengt, is een zeer groot verschil, mijnheer Sylvius. Dat ziet ge toch in!" »Zeker. Maar heden ben ik genoodzaakt u de vergunning te vragen, het nagerecht te vervangen door een vriendschappelijken handdruk, aan mij en Joël, en door een hartelijken kus van Siegfrid aan mijne kleine Hulda."

Hij gevoelde, dat dit voortdurend uitblijven zijne argumenten van voorheen van onwaarde maakte. »Ik vertrek morgen naar Christiania, Joël," zeide hij. »Zorg, dat ik een karretje heb. Gij moet mij tot Moel begeleiden, waarna gij dadelijk naar Dal kunt terugkeeren." »Ja, mijnheer Sylvius," antwoordde Joël, »maar wenscht gij niet, dat ik u nog verder begeleiden zal?" »Neen," zei de professor. »Niet?

Geen mast, geen steng, geen scheepsboord, geen kippenhok, geen potdeksel, geen watervat, geen sloep, geen roeiriem, niets, niets, is op dien zoo algemeen gevolgden weg door de visschersvaartuigen bij hunnen terugkeer gevonden! Toch moet gehandeld worden, toch moet getracht worden, meer afdoende inlichtingen in te winnen." »Wat wilt gij daartoe doen, mijnheer Sylvius?" vroeg Joël Hansen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek