Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
»Nog wat geduld; ik kom bij u." Zooals men ziet, ontbrak goede raad dien ongeluksvogel niet. Van boven en van beneden werd hij tot hem gericht. Wat kon hij meer willen? »Wees vooral niet bevreesd," riep Hulda. »Neen, dat ben ik niet." »En niet te ongeduldig zijn," riep Joël. »Dat ben ik ook niet; maar drommels haast u!" »Wij zullen u redden," riep de berggids.
»En gij?" vroeg hij aan Joël. »Als ik het wel heb, dan neem ik uwe plaats in, niet waar?" »Die ik u zeer gaarne afsta," antwoordde de berggids. »Maar, als wij wat opschikten, wat tegen elkaar drongen, dan dunkt me...." »Neen, dat gaat niet." »Jawel, het kan zeer goed." »Neen, mijnheer, ik heb mijne beenen, echte gidsbeenen en.... vergeef mij; die wegen wel tegen een paar wielen op...."
»Neen, mijnheer Sylvius, ik ben niets moe," antwoordde de jeugdige berggids. »Wat heeft zoo'n wandeling te beteekenen voor mij, die aan lange omzwervingen door het Telemarksche gewoon ben?" »Dat is zoo. Maar ik was toch een weinig bezorgd." »O, voor hem behoeft gij niet bezorgd te zijn, wanneer het op loopen aankomt," zei Hulda lachend.
De gouverneur belooft ons echter, dat hij ons door een agent zal laten vergezellen, en de heer Kross, die tolk en apotheker is, verklaart zich bereid, ons in ieder opzicht van dienst te zijn. Den volgenden morgen brengt hij ons bij een Kirghizenhoofdman, die, naar wij hopen, ons inlichtingen en misschien wel een ervaren berggids kan verschaffen.
»Welnu, dan zullen wij in plaats van langs de noordzijde, langs de zuidzijde van het meer Fol rijden, en.... zoo kunnen wij ook Konsberg bereiken, niet waar Joël?" »Evengoed, mijnheer Sylvius, zoo niet beter," antwoordde de jeugdige berggids. »Welnu, dan is alles in orde! Vooruit dan maar!" »Ik dank u voor mijn broeder, mijnheer Sylvius," zei Hulda Hansen door zooveel goedheid des harten bewogen.
»Naar Dal?" »Ja." »Daarheen was ik juist op weg." »Kijk, kijk," sprak Joël op zijne beurt. »Wat scheelt u nu, vriend?" vroeg de vreemdeling aan den berggids. »Gij schijnt verwonderd." »Zijt gij ook bijgeval de toerist, die uit het noordelijke gedeelte des rijks moet aankomen," vroeg Joël, »en wiens komst nog in het Hardangsche gemeld werd?" »Juist, die ben ik."
»Kom, het zal zoo erg niet zijn. Beproef nu maar eens op te staan." »Ik zal beproeven. Wees gerust, aan mij zal het niet liggen. Ik heb geestkracht genoeg." »Goed vasthouden, Hulda," beval de berggids zijne zuster met den meesten ernst aan. »Ik houd hem, wees gerust," antwoordde het jonge meisje, thans kalm en bedaard. »Nu, sta op," zei Joël.
Dat waren de tot fijn stof verdeelde wateren der Rjukan, en de spiralen van die wolk, welke op den bodem scheen te rusten, ontwikkelden zich tot op eene zeer aanzienlijke hoogte. Hulda en Joël sloegen een smal pad in, dat den laatste als berggids wel bekend was, en dat naar het nauwste gedeelte van het dal voerde. Men moest tusschen boomstammen en struiken doorsluipen.
Hulda at weinig, maar de reiziger deed zich te goed en vreesde volstrekt niet den berggids op zijde te streven. »Drommels," zei hij, »die inspanning heeft als het ware mijn maag uitgehold." »Nu, eet dan maar flink," zei de bewoner der hut. »Ik beken evenwel," ging de vreemdeling voort, »dat het meer dan onvoorzichtig was, toen ik den Maristiaan-pas over wilde."
In zijne breede borstkas klopte een warm hart en werkten een paar longen, die hem als berggids eer aandeden. Hij had krachtige armen en een paar beenen, die er voor gemaakt schenen, om de hooge bergtoppen van het Telemarksche te beklimmen. Wanneer hij zijn daagsche pak aanhad, zag hij er als een ruiter uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek