United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vele priesters traden uit eigene beweging tot de Hervorming toe . Zie dit alles uitvoeriger verhaald op bl. 218 der Geschiedk. Beschrijving van Leeuwarden I en bij de daar aangehaalde schrijvers. Met loffelijken ijver en stoutmoedigheid had de regering alzoo de groote zaak der reformatie doorgezet.

Voor zoover die mij, als ongeletterde, bekend zijn, heb ik ze opgenoemd in de Geschiedk. Beschrijv. van Leeuwarden, I 55 en 303, en verwijs ik derwaarts, om niet in noodelooze herhalingen te vallen. Later vond ik daarvan eene uitvoerige beschrijving in de Vaderl. Chronyk, Leijd. en Amst. 1784, 296-911 of het einde, waarvan ik echter geen gebruik meer heb kunnen maken.

VITRINGA, 643; Charterb. V 834, 1074, 1075; Geschiedk. Beschrijving, II 135; VALKENIER, 653 vermeldt, dat Leeuwarden alléén 1000 weerbare burgers leverde. Dus oordeelt Kapitein W. J. KNOOP in de Verdediging van Nederland in 1672, in de Gids, 1851, 330. Doch naar gelang het gevaar van buiten verminderde, vermeerderde de onrust van binnen.

De krijgsbedrijven van Groote Pier heb ik met opzet eenigzins uitvoeriger behandeld, omdat het algemeen gevoelen over dezen persoon zoo onbestemd of liever zoo ongunstig is, vooral bij Hollandsche schrijvers. De door mij zoo hoog geachte Jhr. Mr. de Bosch Kemper noemt hem in zijn voortreffelijk werk: Geschiedk. Onderzoek naar de Armoede in ons vaderland, Haarlem 1851, bl. 69, nog: "de Geldersche Zeeroover Groote Pier." Even verkeerd is de voorstelling van den Heer D. R. Erdbrink te Enkhuizen, in het Leeskabinet voor Mei 1852, ook als hij meent, dat Pier de Saksische Zwarte Hoop, groot 3

Een vervolg daarop, bevattende de namen der Rentmeesters van de Domeinen, Procureurs-Generaals, Griffiers, Substituten en eerste Deurwaarders, verscheen in 1748. De Saksische Ordonnantie komt voor in het Charterb. II 35 en de Lands Ordonn. ald. Zie over de Canselarij en genoemde gevangenissen de Geschiedk. Beschrijv. I 112, 260; II 319, 333 env. Voorts FOEKE SJOERDS, Beschrijv. II 291; Tegenw.

Charterboek, 754, 758, 760. Zie al de schrijvers aang. op bl. 136 der Geschiedk. Beschrijv. Op deze wijze ging de aloude Friesche vrijheid voor een groot gedeelte verloren, en was het volk genoodzaakt een vreemden bestuurder als Heer te erkennen.

Zie deze Missive en Resolutie bij SYLVIUS, II 42. De regering van Leeuwarden ontving bovendien een brief, waarin de Vorstin hare goede gezindheden nog sterker uitdrukte. Zie Geschiedk. Beschrijv. Later keerde zij echter in Friesland terug, en woonde meest op het Oranjewoud.

I 3, 16; KLUIT, Hist. der Holl. Staatreg. III 499; Geschiedk. Beschrijv. van Leeuwarden, II 2, 49, 95, 296, 427. Zijn jongere broeder, Graaf ERNST CASIMIR van Nassau, volgde hem op.

Aant. 14, op bladz. 128. De toestand van Friesland in de 15e eeuw moge hier donker gekleurd voorkomen, ieder, die de bijzonderheden daarvan bij onze historieschrijvers wil nagaan, zal mij moeten bijvallen, dat die toestand destijds deerniswaardig was. Ik heb dien ook kortelijk vermeld in de Geschiedk. Beschrijv.

Eene beschrijving van de, in het Stedelijk Archief nog bewaarde, afbeelding dezer plegtigheid heb ik gegeven in den tekst der Twaalf Gezigten op en in Leeuwarden, 1850, bl. 15. Zie Tegenw. Staat, II 70 en Geschiedk. Beschrijv.