Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Het lieve kind verkeerde in volslagen wanhoop, en Sylvius Hog meende op te merken, dat zij meermalen rood bekreten oogen had, als zij hem des morgens zijn ontbijt bracht. »Wat zou er toch aan schelen?" vroeg hij zich dan ernstig af. »Is het een ramp, die men vreest en voor mij verbergt? Is het een familiegeheim, waarin een vreemdeling het recht niet heeft tusschenbeide te komen.
Hij was er evenwel niet tegen, dat men zelfs het schijnbaar nuttelooze, het onmogelijke beproefde, als het een quaestie van menschlievendheid gold. Hij eindigde dan ook met alles goed te keuren, wat professor Sylvius Hog zou willen ondernemen. »Vriend Sylvius,"... begon hij. »Wat wilt ge zeggen? Komaan spreek," moedigde de professor hem aan.
Op het oogenblik dat wij hem ontmoeten, genoot Sylvius Hog een verlof van drie maanden om uit te rusten van de vermoeienissen en inspanningen van een vol jaar, in aanhoudenden arbeid doorgebracht.
Nimmer hadden hun de uren zoolang toegeschenen! Voor hen kon die afwezigheid geen betrekking op nasporingen naar de Viken hebben, en het kwam niet bij hen op, dat Sylvius Hog het doel van die reis voor hen geheim hield, om hun eene latere teleurstelling, wanneer de pogingen mislukten, te besparen.
Maar...." »Neen, dat begrijpen wij. Maar, wat?" »Maar, voor alles moeten wij de zaken uit hun waar oogpunt beschouwen." »Helaas, mijnheer Sylvius," antwoordde Hulda. »Ik vrees, dat het ware oogpunt is: dat mijn arme Ole Kamp met de Viken vergaan is.... O, God!... O, God!" ... »Kom, kom, nu geen dwaze gedachten!" »Ik zal hem nimmer meer terugzien!" kreet het jonge meisje snikkend. »Zuster!
En dat hij er niet meer was, had eenvoudig tot reden, dat hij zich toen reeds aan boord van het schip bevond, dat hem naar Christiania, naar het vaderland zoude terugvoeren. Ziedaar, wat professor Sylvius Hog vertelde. Ziedaar, wat hij aan iedereen herhaalde, die hem maar aanhooren wilde. En ieder hoorde hem aan, zooals de lezer zal begrijpen. De professor sprak als een overwinnaar.
»Bloedverwanten bezit ik niet, mijn jongen," hernam de professor. »Des te erger, mijnheer Sylvius," antwoordde de jonge man. »En vrienden.... het schijnt, dat ik van die soort een zeker aantal bezit, behalve degenen, die ik in het huis van vrouw Hansen verworven heb. En waarachtig, die hebt gij de moeite bespaard mij te moeten beweenen.
Dat alles moest gelezen worden. Dat alles moest beantwoord worden. En, Sylvius Hog, aan zijne goedhartige geaardheid getrouw, las en antwoordde, en zoo raakten door die correspondentie de namen van Joël en Hulda Hansen door geheel Noorwegen en zelfs daarbuiten bekend. Het verblijf in de herberg van vrouw Hansen kon evenwel niet onbepaald verlengd worden.
En van dat oogenblik af had die gebeurtenis de openbare meening, zooals men weet, zeer beziggehouden, en was de ontroering vooral opgewekt door de aandoenlijke bijzonderheden, die door de dagbladen der beide halfronden medegedeeld waren. Ziedaar, wat professor Sylvius Hog zoo beknopt mogelijk aan zijn vriend den heer Help Junior mededeelde.
Die brief meldde waarschijnlijk niets bijzonders aan Sylvius Hog; want hij stak hem met de grootste onverschilligheid in den zak en sprak er noch tegen Hulda, noch tegen Joël over. Maar toen hij zich later in den avond naar zijne kamer begaf, voegde hij aan zijn hartelijk »goedenavond" nog toe: »Denkt er om, kinderen dat over drie dagen de loterij te Christiania getrokken wordt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek