United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En ik zal hun vragen wat zij ons aanraden te doen...." »Hun raad zullen wij nauwkeurig opvolgen, niet waar?" antwoordde professor Sylvius Hog met zijne aanstekelijke geestdrift. »Ik heb den steun van het gouvernement. Ik ben gemachtigd om een van de rijksstoombooten te laten uitstevenen, om de Viken op te sporen, en ik reken er op, dat niemand aarzelen zal tot zoo'n onderneming mede te werken.

»Waarlijk, ik dacht, dat mijne zuster koener was. Ja, koener en meer geestkracht had!... Wat drommel, gij hebt pas een brief ontvangen, waarin Ole schrijft, dat de Viken binnen een maand in de haven zal teruggekeerd zijn, en gij haalt u zulke muizenissen in het hoofd...." »Neen, geen muizenissen in het hoofd, broeder Joël, maar.... zorgen in het hart!" »Kom, laat ons eens uitrekenen.

»Luistert beiden: Wanneer wij gedurende deze week nog zonder tijding van de Viken blijven, en geen brief van Ole Kamp ontvangen wordt, dan zal ik naar Christiania terugkeeren en mij tot het ministerie van Marine wenden, dat de noodige nasporingen zal laten doen, die, daar ben ik van overtuigd, wel tot ons aller genoegen zullen uitvallen!"

Sylvius Hog wist ditmaal geen woorden te vinden. Hij bekeek beurtelings den brief.... en het document.... Dan weer het document.... dan weer den brief. Hij sprak niet meer. Wat zou hij bovendien hebben kunnen zeggen? Welke twijfel kon thans nog omtrent het rampzalig lot van de Viken bestaan? omtrent den vreeselijken dood van allen, die het vaartuig naar Noorwegen terugvoerde?

Sylvius Hog verliet Hulda's kamer en begaf zich naar Joël Hansen, dien hij met de wanhoop in het hart en het hoofd in de hand in de leeskamer vond zitten. De arme jongen toonde hem het nummer van het Morgenblad, dat hij zooeven gelezen had. Het telegram van den gezagvoerder der Telegraaf liet geen twijfel meer bestaan omtrent het vergaan van de Viken.

Ongetwijfeld was aan een dezer stormen de schipbreuk van de Viken toe te schrijven. Waarschijnlijk had het ontredderde vaartuig niet kunnen bijleggen en voor den wind moeten lenzen. Nu beginnen in het seizoen der lenteëvening de ijsschotsen en ijsbergen uit de Poolzeeën naar den Atlantischen Oceaan af te drijven.

Geheel Christiania wist weinige oogenblikken later alles: dat Ole Kamp, de schipbreukeling van de Viken was teruggekomen en dat hij den grooten prijs in de loterij ten voordeele van de scholen gewonnen had.

Inderdaad, het zijn brave lieden in den volsten zin des woords!" »Volgens de mededeelingen in de dagbladen zijn zij evenwel zeer te beklagen." »Waarlijk, zeer te beklagen." »Dat is te bejammeren, mijnheer Hog." »Zelden heb ik het noodlot zoo hardnekkig arme lieden zien vervolgen!" »Inderdaad, mijnheer Hog. Eerst die schipbreuk van de Viken!" »Juist, mijnheer Benett."

Hevige windvlagen gierden en huilden over de hoogvlakten der fjelds en die windvlagen, die uit het westen bliezen en de muren deden schudden, de daken kraken, de ruiten der ramen rinkelen, kwamen helaas! uit Amerika. »Die winden komen toch uit den goeden hoek," herhaalde het jonge meisje voortdurend, »en moeten dus de vaart van de Viken bevorderen. Is dat niet zoo, broeder Joël?"

Zij is zulk eene goede, brave vrouw, die ons aller liefde overwaardig is. »Maak nu vooral geen omslag, om mij tot Bergen te gemoet te komen. Het is toch mogelijk, dat de aankomst van de Viken eerder geseind wordt dan ik hierboven mededeelde.