Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Spijtig! want van den top van den Puy de Sancy, den hoogsten berg van midden-Frankrijk, moet men bij helder weder een wondermooi uitzicht hebben, te aanlokkelijker voor mij, omdat daar de geheele streek zichtbaar was, die ik van St. Nectaire af doorloopen had. Onder de treurigste voorteekenen zette ik aan de andere zijde van den berg de reis voort.

Nu hing er geen slagzwaard meer aan de zadel van de Franse Veldheer, een lange degen had dit zwaar wapen vervangen; de ijzeren platen blikkerden ook niet meer op zijn benen. Achter hen reed een ridder die een ongemeen spijtig en stuurs voorkomen had.

"Ik geloof, dat ze mij voor je kinderjuffrouw aanzien," zei Go spijtig, die Riekje op den arm had genomen, omdat ze moe werd; en met haar klein hoedje en kort trotteurtje er wezenlijk niets "mevrouwig" uitzag. "Kom, nu moeten we nog vleesch hebben; waar houën jullie veel van? Rookvleesch?" vroeg Else. "'t Is voor op de boterham," legde Go nader uit, "hou-je van leverworst?"

't Is spijtig, Mijnheer, verzoende de gids, maar niemand kan er iets aan doen... en ge zijt uw geld kwijt... Mijn geld kwijt? Ja, want alles is betaald in de hotels en de treinreis is op voorhand betaald, verwittigde de gids en krabte zich achter het oor. 't Zijn allemaal dieven in uw schoon Zwitserland. Wij hebben al genoeg gezien en gaan terug... Wijs mij maar den weg naar den trein...

Dat vriendelijk beest had zij gekweekt en: Ghielen, gij begrijpt dat niet, 'k heb ze zien groeien en groot worden lijk een kind en ze keek zoo gedoezig op telkens ik in den stal ging.... Als men alzoo alle dagen zijn best doet om ze te verzorgen, daarom was ze altijd zoo beleefd, zoo trouw en gezapig, en nu is ze zoo net wit en schoon geworden, en ik ben al zoo spijtig als gij omdat ze niet vernieuwen wil, onze schoone koe.

Ik ben u dankbaar, maar hoed u voor jaloerschheid, wilt ge? Ik haat die vrouw niet meer.... Hoe spijtig! Ik ben bang voor haar. Hoe spijtig!.... Hoe spijtig toch! ... En hoe redeloos! Inderdaad, ge hebt soms manieren van een schuchter vogeltje, een angstig vogeltje, en dan is het me waarlijk of mijn hart te groot is voor u. Kunt ge d'Orval niet haten? Dat ware, geloof ik, mij heerlijk liefhebben.

Dit gaf Godelieve, als zij des avonds van haren winkel kwam, dikwijls stof tot lachen, en zij noemde den jongen schertsend de katoenvogel; maar hij, in stede van daarover spijtig te worden, was altijd ten uiterste blijmoedig en scheen trotsch door de overtuiging, dat hij nu tot iets nuttig geworden was en zijne ouders mocht behulpzaam zijn.

"Een nobel Heer, die Prins van Medicis," zegt Vondel, na hun vertrek, tegen zijn vriend den kunstenaar: "zie, onze groote Heeren hier zijn brave, eerbiedwaardige mannen, en toonen zich bij wijlen ook wakkere Mecenaten; maar toch ontbreekt hun iets, dat deze vreemdeling bezit." "Wat dan?" vraagt meester Dirck, verwonderd. "Wat? het echte kunstgevoel," antwoordt Vondel, spijtig voor zich ziende.

De deur piepte en een magere vrouw met een zwarte muts op het hoofd kwam, gevolgd door den Kruier, binnen. Welkom, Mevrouw en Menheer, spijtig dat wij zoo eng behuisd zijn... Mevrouw zal zich moeten behelpen met wat we aanbieden kunnen ... Maar 't is van harte gegund... de menschen moeten elkaar behelpen in deze benarde tijden, voegde de Kruier er aan toe.

Wel gelukte het hem nog den paling te grijpen, maar deze kronkelde zich om zijn arm heen, en dat vond Kareltje zoo'n eng gevoel, dat hij het beest met een rilling over de leden losliet. Op 't volgende oogenblik verdween de paling in de bijt, en de jongens hadden nakijk. ", wat is dat jammer!" riep Jan spijtig uit. "Hoe dom ook van je, om hem weer los te laten, toen je hem zoo mooi vast hadt."

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek