Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Als de eerste boom was afgespeeld, haalde Doka de pulle uit en schonk voor elk een goeden druppel; Ghielen liet den zijne nog eens volschenken omdat hij gewonnen had; ze herbegonnen een nieuw spel en dan nog een; ze knuffelden en keken bedenkelijk op hunne kaarten en deden gezapig voort tot ze tusschen de slagen, den donkere zagen in huis vallen en gewaar werden dat de dag op zijn einde draaide.
Dat vriendelijk beest had zij gekweekt en: Ghielen, gij begrijpt dat niet, 'k heb ze zien groeien en groot worden lijk een kind en ze keek zoo gedoezig op telkens ik in den stal ging.... Als men alzoo alle dagen zijn best doet om ze te verzorgen, daarom was ze altijd zoo beleefd, zoo trouw en gezapig, en nu is ze zoo net wit en schoon geworden, en ik ben al zoo spijtig als gij omdat ze niet vernieuwen wil, onze schoone koe.
Waarlijk! riep ze uit met gewilde luidruchtigheid, ik kan geen halfuur met rust in mijne keuken blijven. Telkens word ik die doodelijke stilte hier bij u gewaar. Nog erger is 't vandaag. Ik zeg in mijn eigen: ze zullen toch wat vragen, wat koffie, wat thee of een glaasje madera. Scheer-je! Niks! Ze zitten zich daar gezapig dood te zwijgen. Waarom?
De wielschepen van den overzetdienst deden gezapig hunne reizen over den stroom en kleintjes klauterden menschen en wagens den steenen dijk op van Sint Anna. Hoe sterft toch het grootste getier van wapenen op eenige uren afstand uit! Ginder heel ver, woedde de slag maar hoe kalm en ongestoord lag nog de stad en hoe zeker in het midden van die groote ruimten van vrye ongeschonden velden.
Buiten, vóór het venster zwemelde een afgesneden eind koord in den wind en de sneeuw mijzelde traag en fijn, gezapig schuin gedreven door den windtocht bij striepen gispend in een wevende lijnflikkering zwepend als dansende witte regen. z'En spraken geen woord schier en speelden verslonden.
En Vader nevens hem was ook een beeld van gezapig geneuchte. 't Was een gulden avond. Sebastiaan zei 't: 't Is een gulden avond. Daar kropte dan iets in hare keel en ze zwolg geweldig om 't weg te krijgen, en glimlachte rijzekens ... maar heure oogen werden schaduwen. En ze overdreef daniger nog hare vriendelijkheid.
't Kalf kwam niet en de witte, schoone, atige veerze stond daar welgedaan te muffelen, gezapig den langen dag door of lag en keerde den kop en beurelde lankmoedig. De witte veerze, de schoonste van de streek, waar Ghielen zoo fier op was, de schoone, schoone koe stond daar vol, met wijd gespannen balg, maar ze wilde niet kalven.
Doka's asemhalen verflauwde, de koe blies gezapig de lucht door de neusgaten en lag rustig te herkauwen. Ghielen was strompelend in huis gerocht, grendelde zorgelijk de deur weer toe en kroop op de vaute in 't warm bedde waar zijn wijf gelegen had. Hier was 't een zaligheid voor zijne leden die stijf en strem waren van zitten in den stal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek