United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar als hij wilde achterhalen de reden van zijnen angst, gerocht hij den draad kwijt en heel 't verloop van de gebeurtenis wischtte uit op den stond dat hij zich rechtte. De nacht is gekeerd, meende hij, en nu bleef hij liggen wachten om 't uur te hooren slaan.

Integendeel was Treite altijd dezelfde tamme sul gebleven; zijne armen en beenen waren verdroogd aan zijn lijf, hingen lijk koorden slap en zijne oogen zagen loensch zoodat hem niemand en betrouwde of iets liet winnen. Hoe zijt ge aan die kar en die honden gerocht? vroeg hij. Manes loech en beet zijn jongen knevel, hij snokte aan 't zeel.

Ik zie u geerne, ontembaar aan, uw' diepe en duistere wegen gaan, van al dat vreeze is vrank en vrij! –Mijn doen is dat, zoo dunk 'et mij! Wanneer gij rust in 't wagenkot, en roestend daar uw tanden bot, dan zal wellicht een edel graan alwaar gij vocht te golven staan. Mij geve God dat, moegewrocht, en 't zalig rusten weerd gerocht , ik zie eens 't edel terruwveld, dat stijve zakken koorn geldt !

Doka's asemhalen verflauwde, de koe blies gezapig de lucht door de neusgaten en lag rustig te herkauwen. Ghielen was strompelend in huis gerocht, grendelde zorgelijk de deur weer toe en kroop op de vaute in 't warm bedde waar zijn wijf gelegen had. Hier was 't een zaligheid voor zijne leden die stijf en strem waren van zitten in den stal.

Hij stond daar zelfgenoegelijk, de jonge kerel, geleersd en gespoord en verschblinkend, frisch uitgeborsteld en vertelde en plaagde op blijden toon. Zoo gauw was de gespannene, zwijgende doening vergeten en alles keerde in beweging en geruchte. Odo gerocht ook aan 't gekken en de trotsch opgeruimde moed kwam weer over zijn frisch en sterk gelaat.

Mensch, mensch dat was leelijk uit mijnen kop gerocht, vergeten van zuivere mezerie! Aan de armkamer stonden de wijven in grooten drom vóór de poort te wachten. En na den kerkedienst kregen zij elk drie brooden.

Heur bloed verkroop en de hevige spanning doorbrak den kwaden dwang als 't ongeluk gebeurd was. Op 't geruchte van den dubbelen plons, gerocht den schreeuw uit hare keel. Jan, ze versmooren! Jan! En met den slag, losgelaten, in één sprong, stond zij werkelijk buiten nu, verdwaasd te kijken en houdend aan heur herte dat bonsde.

Treite gebaarde te helpen, duwde om 't evenwicht te zoeken en kroop er met groote moeite boven eene ton; de warmte steeg hem naar den kop en de doezeling overviel zijne zinnen: hij voelde zich wegvoeren door 't dorp en de doode straat, hij zag nog dat 't duisterde rondom op het land, maar gerocht allengs zijn menschelijkheid verloren.

Nog eens keek hij om en zocht of niemand hem kwam nagegaan. Eer hij nog aan 't ander dorp gerocht, hief de zon haar bovensten rand uit d'eerde, ze steeg als een gloeiend wiel, effen afgerond, zonder stralen en versmachtte hooger in een wolkenbed van roze en goud dooreen gedraaid, in gesteven kabbeling. Zie, op gindschen dorpstoren stak de vlag uit!