United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vlak tegenover, nabij een Esculaap, een standbeeld van Hygieia, de godin der gezondheid; eene allerliefste figuur, maar die als kunstwerk ver moet onderdoen voor gindschen prachtigen Faun, tegen een boomstam geleund, eene kopie naar Praxiteles.

Ik kende de gewoonten van de herten uit die streek wel zoo'n beetje; wist ook dat de jagers op de loer lagen aan gindschen kant van den heuvelrug, bij een meer dat het hert al weken geleden verlaten had; dus sloeg ik de richting in naar een geliefkoosd hertenpad, om het voorbij te laten glippen en de honden weg te ranselen als zij aankwamen.

Het voegde mij niet, ongeroepen het woord tot u te voeren; maar de taal, door gindschen bedrieger gesproken, maakt het mij tot een plicht, u te verzekeren, dat, zoolang de Friezen in u een goeden en gunstigen beschermer vinden, gij van Friesche zwaarden niets zult te vreezen hebben."

"Ik bezocht hem den vorigen nacht in zijn anjitsu, en hoewel hij mij een onderkomen weigerde, zeide hij mij, waar ik een rustplaats zou kunnen vinden." De dorpsbewoners waren over die woorden zeer verbaasd, en vertelden Muso, dat er volstrekt geen priester of anjitsu op gindschen heuvel was.

Daar vóór hem graasden de beesten rustig. Eensklaps hief Selam het hoofd een weinig op, schoof de struiken voorzichtig van elkaar en tuurde scherp uit. Daar vóór hem aan den voet van gindschen heuvel zag hij plotseling twee gedaanten bewegen.

Van waar 't ontstond, en of een Wezen 't schiep Of niet, dat slechts weet Hij, Die, alles ziende, in gindschen hemel troont. Hij weet het, of... ook Hij zelfs weet het niet!" De twijfel schijnt dus al haast even oud als de godsdienst zelve. Maar dat nog daargelaten!

Ik ben dezelfde ... Maar in mij zit een andere, die ik vrees ... En die heeft gindschen liefgekregen en wilde u haten, maar ik kon u niet vergeten, die vroeger waart. Die andere ben ik niet. Nu ben ik de rechte. En nu sterf ik, ik weet, dat ik sterven zal; vraag het hem. En nu voel ik ook het gewicht aan mijn handen, voeten en vingers. De vingers zijn zoo groot kolossaal!

"Heer ridder," zei hij, "ik bid u in 's hemels naam mij op gindschen kurkboom te helpen, omdat ik daar uit de hoogte het vreeselijk slagveld veel beter zal kunnen overzien." "Hoor, Sancho," antwoordde Don Quichot, "ik vrees, dat gij enkel en alleen zoo hoogop wilt, om uw armzalig lijf in veiligheid te brengen."

De kracht van mijn arm zal worden op de proef gesteld en ik wil daden verrichten, waarvan de menschheid nog na honderden van jaren met bewondering spreken zal. Zie daar die stofwolk, Sancho! Een groot krijgsheir, uit velerlei volken saamgesteld, doet haar opstijgen." "Dan moeten er twee legers zijn," zeide Sancho. "Daar van gindschen kant komt eene tweede stofwolk op."

Neen, antwoordde eene der vrouwen, als de boomen op gindschen heuvel wat lager waren zoudt gij de torens op de markt kunnen zien. De Egyptenaar zag zijne tochtgenooten veelbeteekend aan, en wendde zich toen weder tot de vrouw met de vraag: Kunt gij mij ook zeggen waar de geboren Koning der Joden is? De vrouwen keken elkander verwonderd aan, maar gaven geen antwoord.