Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Mijnheer Steinhausen geloofde als gastheer op zijn post te moeten blijven; het lid van den kunstkrans weifelde of hij zich zóó galant zou behoeven te toonen, en intusschen was Frits Millioen al opgesprongen om Claudine den arm te bieden; maar plotseling scheen hij te bedenken, dat hij bij zijne eigene dame niet en défaut mocht zijn en verzocht haar zijn geleide aan te nemen; maar met een spijtig: »merci, ik ben thuis," was zij in eens ter andere zijde en reeds in de serre, toen Frits aan den dorpel daarvan kennelijk tot zijn leedwezen Claudine aan zich zelve moest overlaten.

Telkens moest moeder hem met het spijtig: "nien z' jongen, nog niet" teleurstellen. Fonske werd er droevig en neerslachtig onder. Het kwelde hem, het wierp een schaduw over zijn gansche leven: jonkvrouw Elvire zag niet meer naar hem om; jonkvrouw Elvire had hem vergeten.

Wie heeft hem gezegd, dat zijn dood zoo nabij is?" "Een geest." Ondanks de treurige stemming zijns gemoeds, schoot Willem in eenen lach. "Een geest?" schertste hij. "Bah! er zijn geene geesten, ten minste niet zooals gij het meent." "Ja, gij komt van de stad," zuchtte de grijsaard spijtig. "Daar gelooft men niets, en men verleidt er goede menschen als gij, Willem, om aan alles te twijfelen.

Nu was het gerucht geheel vergaan; de proost laadde het geld en de juweelen in den koffer en greep eenen gesloten zak, om den inhoud er van op de tafel uit te storten, toen Hacket, zijn broeder, morrende en zichtbaar spijtig in de kamer trad. "Welnu, kastelein", vroeg Bertulf, "wat geschied daarbuiten? Ik zou hebben gaan denken dat de Isegrims den burg hadden aangevallen...."

Een weinig teleurgesteld en ontmoedigd, trokken wij voort naar de pyramide, zeer spijtig dat wij geen anderen top konden beklimmen; maar nauwelijks hadden wij tweehonderd schreden in die richting afgelegd, of daar zagen wij aan onze linkerhand een prachtigen witten kegel, die tot dusver door een sneeuwheuvel aan ons oog was onttrokken.

"Dat ik niet hooren mag," zeide zij spijtig: "nu 't is goed, Dominee! ik ga al: neem maar niet kwalijk, dat ik dit kostelijk vertrek door mijn tegenwoordigheid verontheiligd heb. 't Zal wel voor 't eerst en 't laatst zijn; doch zoo gij denkt, dat het u wel bekomen zal, mij buiten alles te houden, hebt gij het mis."

"De mensch die meer dan éene taal kent leeft en geniet dubbel, driedubbel, vierdubbel. Alleen daarom zou ik voor geen geld ter wereld mijne geleerdheid prijs geven; maar het is en blijft toch spijtig dat de menschen ons bijna nooit naar verdienste waardeeren."

Natuurlijk, als ze in 't wit was, net als wij, zou ze niet in 't oog loopen. En die rechte houding! En die aanstellerige blaadjes! Net doen of je 't niet ziet! Geen notitie van nemen. Maar zonder dat ze het zelf wilden, werden hun oogen altijd weer naar de wonderlijke verschijning getrokken, en gaven ze spijtig hun op- en aanmerkingen.

Hier werd hij in zijne uitleggingen onderbroken door de verschijning van eenen jongen, die sprakeloos tot bij den schoorsteen naderde, het kussen in den leunstoel opschudde, en weder even stil naar de zottenkamer terugkeerde. "Het is Topaas, de dwerg der prinses," mompelde de zinnelooze met spijtig ongeduld. "Zij gaat komen.... Ziet, daar is ze reeds!"

"Is dat om aan Tjetske Wybinga te behagen, dat gij u als een schipper kleedt?" vroeg Sytsken, spijtig. "Maar Feiko!" zeide Madzy, op een zachten toon van verwijt: "wat kan het den Olderman schelen, hoe gij er uitzaagt en wat gij aan 't lijf hadt?"

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek