Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
De arme man loosde een zucht, die als uit zijne broekspijpen scheen op te komen. »Dan ben ik geruïneerd," zeide hij. »Het spijt mij, dat ik van dien oorlog niet wat vroeger heb afgeweten; ik heb hier op den bak zoo'n paar aardige, kleine kanonnetjes staan; gij zoudt mij niet zoo gemakkelijk gekregen hebben."
Het gebouw is nu kleeding-magazijn; maar de oude bouwtrant, de hooge vensters, de trap naar de poort, en tot zelfs het antieke smeedwerk van scharnieren en slot toe, doen het, alle verandering en nieuwigheid ten spijt, een kerk blijven. En die indruk blijft, zelfs als men binnengaat, en in plaats van bankenrijen, kasten ziet, en militairen inplaats van koster en kerkgangers.
Waai hoog nou in ons helder lug, Transvaalsche vrjjheidsvlag! Ons vijande is weg gevlug, Nou blink 'n blijer dag! Veul storme het jij deur gestaan, Maar ons was jou getrou; En nou die storm is o'er gegaan, Wijk ons nooit meer van jou, Bestormd door Kaffer, Leeuw en Brit, Waai jij steeds o'er hul kop; En tot hul spijt anskou hul dit, Ons hijs jou hooger op!"
Nauwelijks waren zij binnengetreden, of Michaïlof wierp op nieuw een blik op zijn gasten; het hoofd van Wronsky met eenigszins uitstekende jukbeenderen graveerde zich oogenblikkelijk in zijn verbeelding, want de artistieke zin van dezen man werkte in spijt van zijn verwarring en verzamelde zonder ophouden bouwstoffen. Zijn fijne en juiste opmerkingen grondde hij op bijna onmerkbare sporen.
Het spijt me innig, beste menschen, maar ik kan aan den toestand niets veranderen, en al spoedig komt uw meester, die een goede, wijze meester is en u zeer zeker wel zal helpen.
Ga nu naar uwe herberg, herkauw mijne woorden onderweg zeer goed, en hang er al droomende geene nuttelooze staarten aan." Ik deed wat hij mij had bevolen, en overwoog zijne woorden zoo lang en zoo diep, dat mijne spijt tegen hem mijn haat zou ik moeten zeggen verminderde, verkoelde en geheel verging.
Opnieuw bracht Olaf den nacht biddend door, maar, toen de morgen daagde, was tot zijn groote spijt de lucht bewolkt. Niettemin verzamelde hij het volk bij Thors standbeeld, en na heimelijk zijn eersten dienstman te hebben opgedragen het beeld met zijn strijdbijl te verbrijzelen als het volk een oogenblik de oogen afwendde, begon hij het toe te spreken.
Nog eenmaal waagde Gerrit zich aan Klaartje, en vroeg haar naar de ligging van haar Buiten; hij vertelde haar, hoe hij er voorbijgekomen was, en haar had gezien. "Hij deed toen een voetreis." "O!" zei Klaartje, "een voetreis; een geleerde reis zeker, mijnheer Witse?" Hij kon niet antwoorden; tranen van spijt sprongen hem uit de oogen.
Ik liep daar heen, gaf hem dit te drinken en zette de flesch weer neer, waar ik haar vandaan had gehaald, waarover ik hoorde, dat u in huis groote ruzie hebt gemaakt. En zeker beken ik, dat ik kwaad deed, maar wie doet dit wel eens niet? Het spijt mij erg, dat ik het gedaan heb, niet zoozeer daarom als om wat er uit zal volgen, dat Ruggieri op het punt staat het leven te verliezen.
Er kwam een oogenblik dat ook de onversaagdsten de onmogelijkheid om op zulke wijze den burg in te nemen, erkenden; en alhoewel zij van spijt schier razend waren, gaven zij gehoor aan het bazuingeschal, dat hen uit de bestorming riep, en weken terug op de Markt tot buiten het bereik der pijlen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek