Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Als een heete bron "alsoe ghelikerwijs werct dat inwendighe vier des heylichs Gheests. Een mensch die zich "wel regeeren" wil, moet doen als de wijze bij: "si woent in der enicheit, met vergaderinghen haerre gheselscap, en vaert ute, niet in storme, mer in stillen ghesaten wedere, in schinen der sonnen, op alle die bloemen daer men soeticheit in vinden mach.

Ook hare vergelijkingen ontleent HADEWYCH niet zelden aan het natuurleven: de minnaar komt uit de stormen der minne en alle verdriet te voorschijn, zooals een roos, bevochtigd door den dauw, op den dorenstruik ontluikt; ook in de minne is het: "na groten storme werdet dat weder scone"; waar 't gemoed met den rijp van den waan is bedekt, daar kan geen loover van minne groeien . Andere vergelijkingen verplaatsen ons in het dagelijksch leven: hoe hooger kasteel men wil bouwen, hoe dieper men den grond moet omwoelen; zij vergelijkt zich zelve bij een kind "dat na sprect dat het spreken hoort"; op de vervulling van de beloften der minne moet iemand wachten, zooals een gehangene dat men hem zal afsnijden; elders vinden wij vergelijkingen of beelden ontleend aan schaak- en dobbelspel; op de grens van het platte staat zij met haar beeldspraak van de taverne waarin Minne hare gasten bedient.

RUYSBROECK zal, wanneer "al der sielen crachte in storme ende in woede" verkeerden, wel zelden of nooit zijn vervallen tot het loopen, springen en handgeklap, waarin andere mystieken hunne verrukking lucht gaven; eer zal hij hebben behoord tot hen die "zwighen ende smelten van weelden in allen sinnen." Hier comen bi wilen in selke menscen uutwendighe tranen ende groet verlanghen.

Waai hoog nou in ons helder lug, Transvaalsche vrjjheidsvlag! Ons vijande is weg gevlug, Nou blink 'n blijer dag! Veul storme het jij deur gestaan, Maar ons was jou getrou; En nou die storm is o'er gegaan, Wijk ons nooit meer van jou, Bestormd door Kaffer, Leeuw en Brit, Waai jij steeds o'er hul kop; En tot hul spijt anskou hul dit, Ons hijs jou hooger op!"

Staat achter, o nijdig geweld van den winter; uw rijk heeft een einde, in de boomen begint er weêr hope te rijzen, weêr hulpe aan ons leed. De boomen zien zwart, en hun' dreigende schachten staan veerdig en vrij, als de spere in de vuist eens ridders, het teeken ten storme te wachten: het klinke, en daar loopen zij henengedruischt!

De maagschapsnamen Avontroodt en Schemering zijn als de tegenhangers van Zonligt en Maneschijn, en, wat hunnen oorsprong betreft, my even onverklaarbaar. Trouens, by het grootste gedeelte der volgende geslachtsnamen is dit eveneens het geval. Te weten by: Lugt en De Lugt, De Wind en De Windt, Storm, Storme en Sturm , enz.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek