Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Klaas sprak tot hem: Zoo het U behaagt aldus met een slecht onthaal te vertrekken, geef dan den vredekus aan mijn broeder Judocus en waak over hem in 't gevecht. Ik zal het doen, sprak de man. En hij toog henen, terwijl Soetkin eten ging halen om dit uit de lucht gevallen fortuin te vieren. Dien avond kreeg de ooievaar twee grondelingen en een kabeljauwskop.
Zoo helpen mij God en al zijne santen." Jan Van Roosebeke werd vervolgens onderhoord en zei "dat, gedurende de afwezigheid van Soetkin, vrouw van Klaas, hij verscheidene reizen in het huis van den beschuldigde twee mannenstemmen had meenen te hooren en dat hij dikwijls, na de avondklokken, in een kleine zolderkamer, een licht en twee klappende mannen gezien had, waaronder Klaas.
En heure beenderen kraakten en 't bloed van heure voeten gutste ten gronde. Uilenspiegel zag het en sprak, bevend van smert en van gramschap: Vrouwenbeenderen, breekt ze toch niet, heeren rechters. De vischverkooper! zuchtte Soetkin. En heure stem was zacht als de stem van eene schim. Heeren rechters, de handen en voeten zijn rood van 't bloed. Men heeft heure beenderen gekraakt.
Een man te peerd hield voor hunne woning stil; hij was heel in 't zwart gekleed en had een mager en droevig gezicht. Is hier iemand thuis? vroeg hij. God zegene Uwe Droefgeestigheid, antwoordde Soetkin; ben ik dan een schimme, dat gij mij vraagt of iemand thuis is? Waar is uw vader? vroeg de ruiter.
Soetkin hoorde Klaas nog een grooten kreet slaken, maar zij zag noch zijn lichaam dat zich wrong en kronkelde door de smerte des vuurs, noch zijn gezicht dat ineentrok, zijn hoofd dat hij langs alle kanten keerde en draaide en tegen den staak sloeg.
Met veel vaardigheid sneed hij er een schoone jachtpartij op, met eenen koppel Henegouwsche honden, groote, bloeddorstige honden van Candia, Brabantsche honden die getweeën loopen en ooreneters genoemd worden, verders allerhande dikke en magere honden, alsmede mopsen en hazewinden. Terwijl Katelijne daar was, vroeg Nele aan Soetkin of ze heuren schat niet elders verbergen zou.
Ja, sprak Nele, en Soetkin weent aan de poort van het Steen. Het hert van den verloren zoon bonsde van smerte en hij zei tot Nele: Ik wil ze zien. Neen, dat moet gij niet doen, sprak Nele, maar wel volbrengen hetgeen Klaas gezegd heeft, vóóraleer hij gepakt werd: Red de karolussen, zij steken achter den brandmuur van den schoorsteen.
Meisje, sprak Soetkin, kondet gij hem voor altijd bij ons houden door uwe jeugd en uwe schoonheid! Laas! sprak Nele, ik kan niet. Omdat hij, antwoordde Klaas, meer behagen vindt in loopen, zonder ooit te rusten, tenzij om te eten. De leelijke stouterik! zuchtte Nele. Ik geef toe dat hij stout is, sprak Soetkin, maar leelijk is hij niet.
Geef de weduw haren zoon, sprak de baljuw. Vervolgens gingen de rechters tot beraadslaging over. De hangman maakte Uilenspiegel los en legde hem naakt en met bloed overdekt op den schoot zijner moeder, terwijl de chirurgijn-baardemaker de beenderen weer in de gewrichten bracht. En Soetkin kuste Uilenspiegel, en weende en sprak: Mijn zoon, arme martelaar!
Soetkin werd doodsbleek en sprak: Gij beproeft mij wel hard, heer God. Mijn arme voeten! En zij zegde dat, om de smert die zij uitstond en om de pijniging die zij nutteloos ondergaan had voor de gouden karolussen. Nele, als ze Soetkin zoo verduldig zag, begon vertwijfeld te weenen. Katelijne zwaaide met een stuk perkament en vervolgde: Ja, groot wonder is er geschied.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek