Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


"Aldus gewijsd ende geprononcieerd te Damme, den drij en twintigsten van Wijnmaand van 't jaar onzes Heeren 1558." Weest gezegend, heeren rechters, sprak Soetkin. De vischverkooper! zuchtte Uilenspiegel. En moeder en zoon werden op eene kar naar 't huis van Katelijne gevoerd.

Maar de vogel, wien die muziek op den duur verveelde, gaf eensklaps eenen slag met zijn bek in den rug van den hond, die jankend en jammerend wegvluchtte. Klaas lachte, Nele insgelijks en Soetkin keek gedurig naar de straat of Uilenspiegel niet afkwam. Eensklaps sprak zij: Daar is de provoost met vier sergeanten. 't Is toch zeker niet voor ons. Twee van de mannen loopen de hut om.

Thuis, nam Soetkin een stukje roode en een stukje zwarte zijde; zij maakte een zakje van, in hetwelk zij de assche stak; en zij naaide twee linten aan het zakje, opdat Uilenspiegel het om den hals kon dragen.

's Anderen daags, onder 't ontbijt, sprak Soetkin tot Katelijne: Gij ziet dat wee en smerte mij overal volgen, wilt gij mij uw huis doen ontvluchten, met uwe verdoemde hekserijen? Maar Katelijne sprak: Nele is stout. Kom weder, mijn Hansken. Den volgenden Woensdag kwamen de beide duivelen terug.

En op een Zondag zullen wij uitgaan en vergeten u eten te geven, en als wij 's Donderdags terugkomen, zullen wij Thijl, gestorven van honger, met de beenen uitgestrekt vinden. Soetkin weende, Uilenspiegel vloog naar het venster. Wat doet gij? vroeg Klaas. Het venster open doen om den vogel buiten te laten, antwoordde hij.

Na het avondmaal gingen Soetkin en Uilenspiegel naar boven op den zolder slapen; Katelijne en Nele bleven in de keuken, alwaar heure bedden nu stonden. Rond twee uren des morgens als Uilenspiegel, door het zware bier, al lang sliep, lag Soetkin gelijk alle nachten wakker, Maria biddende dat zij heur slaap zou zenden, doch Maria aanhoorde heur niet.

Maar is hier niemand, in huis, dien gij liefhebt en voor wien ik iets doen kan? Neen, antwoordde ik, zij die hier zijn, hebben niemand van noode. Zijn Soetkin en Uilenspiegel dan rijk? vroeg hij. Zij leven zonder iemands hulpe, antwoordde ik. Niettegenstaande de verbeurte? Daarop antwoordde ik dat gij liever de pijnbank onderstaan hadt, dan uwe have te laten ontnemen. Dat wist ik, sprak hij.

Uilenspiegel kent dien dag en gewapend zal hij u wachten om u beiden te dooden, en na u zou ik ook sterven. Wij zullen den naasten Dinsdag komen, zegden zij. Dien dag sliepen Uilenspiegel en Soetkin zonder vreeze voor de duivelen, want zij meenden dat ze 's Zaterdags kwamen. Katelijne stond op en ging zien in de keete of heure vrienden daar waren.

En Soetkin bezag haar treuriglijk, en dacht dat het een nieuwe uiting van waanzin was. Heure rede vervolgend, sprak Katelijne: Driemaal drie is negen, een heilig getal. Hij alleen die 's nachts fonkelende oogen als katoogen heeft, ziet de geheimenis. Toen Soetkin heur op een avond zoo bezig hoorde, schudde zij vertwijfeld het hoofd.

Buiten op de vensterbank lagen broodkruimelen, die Soetkin voor de vogelen had gestrooid. Zij kwamen daar 's winters hun eten zoeken. De man nam de brokkelingen en at ze gulzig op. Gij hebt honger en dorst, sprak Klaas. Voor acht dagen werd ik uitgestroopt door de roovers, sprak de man, en sedert dien voed ik mij met rapen en wortelen langs de wegen. 't Is dus tijd eenige versterking te nemen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek