Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Op dat geluid kwamen Klaas en Soetkin, die beurt om beurt Uilenspiegel op den arm droegen, met de volksmenigte toegeloopen. Zoo kwamen zij aan het schepenhuis.
Bij den negenden schok, scheurde de huid en werden polsen en enkels ontwricht. Belijd, sprak de baljuw. Neen, antwoordde Uilenspiegel. Soetkin bezag heuren zoon, doch zij had de kracht niet om te roepen of te spreken; zij stak alleenlijk heure bloedige handen uit, ten teeken dat men die folteringen zou staken. Maar de beul trok Uilenspiegel nogmaals op, om hem te laten vallen.
Aan vier bekers dronk zij levenssap: aan de borsten van Soetkin en aan die van Katelijne. En een zoete strijd ontstond tusschen de twee vrouwen, om de kleine de borst te mogen geven. Maar tot haar groot leed, moest Katelijne heure melk laten verdrogen, want men hadde heur gevraagd van waar die kwam, zonder dat zij moeder was.
Koester geen twijfel, of het kost u het leven." En hij zal woord houden. Arme zinnelooze! sprak Soetkin. Het was heur laatste verwijt. De twee weken waren driemaal voorbij en de vijf dagen insgelijks, maar de duivel kwam niet terug. Doch Katelijne wanhoopte niet. Soetkin werkte niet meer; zij stond gedurig bij het vuur, gebogen en kuchende.
Als Klaas er niet was, vroeg Uilenspiegel aan Soetkin een duit om te spelen. Dan was Soetkin boos en sprak: Waarom moet ge gaan spelen? Blijf liever thuis, om mutsaards te binden. En als zij niets gaf, begon Uilenspiegel te blaten als een lam. Maar Soetkin maakte dan veel leven met potten en pannen, om te gebaren dat ze hem niet hoorde.
En het vel der polsen en enkels scheurde erger en zijn voeten werden nog erger ontwricht; doch hij schreeuwde niet. Soetkin weende en zwaaide met heure bloedige handen. Belijd, sprak de baljuw, en gij krijgt vergiffenis. De vischverkooper heeft vergiffenis noodig, antwoordde Uilenspiegel. Is 't om met de rechters te spotten? vroeg een der schepenen. Spotten?
Vol gramschap en vertwijfeling kwam hij binnen, fluisterend: Zij hebben heur gehoond! En met een onheilspellend vuur in de oogen, bezag hij Nele; deze, die huiverend voor Soetkin en Katelijne stond, sprak: Neen, Thijl, mijn geliefde, neen. Dit zeggende, keek zij hem zoo droef en oprecht in de oogen, dat Uilenspiegel zag dat zij de waarheid sprak.
Weenend vloog Klaas om den hals van Uilenspiegel en Soetkin, maar hij was de eerste die ophield met weenen, want hij wilde sterk zijn, als man en als hoofd van het huis. Soetkin snikte en Uilenspiegel sprak: Kon ik die ijzers breken. Soetkin snikte en sprak: Ik zal bij koning Philippus gaan, hij zal genade verleenen. Klaas antwoordde: De koning erft van de martelaren.
En als er niet te werken was, ging Klaas op jacht: meer dan één beestje, te groot liefhebber van kool, werd door hem gedood en veranderd in hazepeper. Klaas zette zich toen gretig te eten, en Soetkin zag naar den eenzamen weg en zeide: Thijl, mijn zoon, riekt gij den lekkeren geur van de saus niet?... Ongetwijfeld heeft hij nu honger.
Toen hoorden Soetkin en Uilenspiegel een groot rumoer, 't Waren de poorters, vrouwen en kinderen die riepen: Klaas werd niet veroordeeld om te sterven met zacht vuur, maar met groote vlammen. Beul, pook het vuur aan! De beul deed het, doch het vuur wilde niet laaien. Verworg hem, riepen zij. En zij smeten steenen naar den provoost. De vlam! de groote vlam! huilde Soetkin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek