United States or Azerbaijan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meisje, sprak Lamme, 't is slecht van uwentwege, Uilenspiegel te willen ophouden, die naar de Zeven moet zoeken en mijne vrouw helpen terugvinden. Nog niet! sprak Nele, en zij weende: doch lachte, te midden heurer tranen, Uilenspiegel liefderijk toe. Dit ziende antwoordde deze: Uw vrouw zult gij wel intijds terugvinden, als gij lust naar nieuwe smert zult gevoelen.

Goedele voelde gestadig de heete groevekens van hare tranen en staarde met wijd-open oogen naar hem, die daar te leuteren zat, zonder kommernisse, zonder zicht op 't huiselijk ongeluk. Een hopelooze smert wrong haar herte thoope, en ze deed haar eigen zeer om stille te blijven, stille bij vaders jubelend plezier. Zoo stille bleef ze.

Nochtans toen de beul de keersen uitgeblazen had en het gloeiend fornuis onder Uilenspiegels voeten plaatste riep zij uit: Heeren rechters, hebt medelijden met hem, hij weet niet wat hij zegt. En waarom niet? vroeg de baljuw listiglijk. Ondervraagt heur niet, heeren rechters, sprak Uilenspiegel, gij ziet wel dat de smert heur waanzinnig maakt. De vischverkooper heeft gelogen.

Het geld dat ik hem gaf, werd genomen van het arme, onwetende volk; dat hij het gebruike om Thijl op te voeden in de leering van God en zijn woord. Op die rede, gaf de bode aan Klaas den vredekus. En Klaas jammerde: Op het rad gestorven! mijn arme broeder! En zoo groot was zijn smert, dat hij niet tot bezinning kon komen.

Hij zei dat ze hem diepe pijn veroorzaakte, dat hij haar liefhad boven al wat hem anderszins lief was, en dat hij zou ommekeeren in zijne levensbaan, als het haar zoet mocht zijn. Hij kon niet nalaten, ook op dezen stond van waarlijke smert, zijn gezegden te meten en schoon te sieren in passende golvingen. Hij beluisterde zijn eigen. Hij vroeg: Wat moet ik doen? Ge hebt mij zeer gedaan....

Op een avond stond Uilenspiegel aan de zulle; als Mathijssen, de kuiper, hem zoo droomerig zag, zeide hij hem: Gij moet werken met uwe handen, om de smert te vergeten. De assche van Klaas klopt op mijne borst, antwoordde Uilenspiegel. Ha! zei Mathijssen, de ellendige vischverkooper leidt een nog treuriger leven dan gij.

Maar Nele antwoordde grammoedig: Waarom vraagt gij naar een meineedige vrouwe? Spreek geen kwaad van haar, antwoordde Lamme. Neem, zeide Nele, hier is balsem, dien ik meebracht voor Uilenspiegel; strijk hem op uwe wond. Toen Lamme zijne wond verbonden had, werd hij blijgeestig, want de balsem stilde de bijtende smert; en zij klommen alle drie op het schip.

Hij is nu buiten zijn gedachten versmeten. Goedele weerde zich zachtjes af. Wilt ge niet? bad tante Olympe en hare lippen vielen in diepe droefenis neerwaarts, zoodat naar dezen nieuwen rimpel al de andere te gelijk negen, een beeld stichtend van onzeglijke smert. Goedele troostte haar dat was niet zoo erg, en God hield zich niet zoo bepaald bezig met schadelijke uiterlijkheden. Schadelijk?

Soetkin werd doodsbleek en sprak: Gij beproeft mij wel hard, heer God. Mijn arme voeten! En zij zegde dat, om de smert die zij uitstond en om de pijniging die zij nutteloos ondergaan had voor de gouden karolussen. Nele, als ze Soetkin zoo verduldig zag, begon vertwijfeld te weenen. Katelijne zwaaide met een stuk perkament en vervolgde: Ja, groot wonder is er geschied.

Het kind bemint de Liefd', die 't kwaad verwint, Elk noodt, minioot : kiest mijn eenvuldig wezen; Die blind gezind, u tot 's Doods vruchten bindt, Ontbloot devoot, uw eigen wil misprezen, En tracht, bedacht, om zuiveren inwendig Uw Hart, verward, bevlekt, van 't Aardsch gekwel; Verwacht d' Eendracht, na dit Leven ellendig; Gij werdt van smert vrij, door Emanuël. De Jacht van Cupido.