Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Mijn zoon, antwoordde een kleine predikant met een strijdlustige tronie, wij, arme martelaren, hebben maar juist oortjes genoeg om onderwege onze nooddruft te koopen. Uilenspiegel viel op de knieën. Zegent mij dan ten minste, sprak hij. De drie predikanten strekten de hand uit over Uilenspiegels hoofd, maar zonder godsvertrouwen.
Op die rede, viel Uilenspiegel op zijn achterste, met de beenen omhoog, want de man had hem zulk een vuistslag op den neus toegediend, dat het vuur hem uit zijne oogen sprong. Dan liet de man zich, ondanks zijn dikken buik, verraderlijk op hem vallen en sloeg hem overal, dat de slagen als hagelsteenen op het magere lichaam van Uilenspiegel vielen. En Uilenspiegels stok rolde mede ten gronde.
De baas kreeg argwaan en sneed Uilenspiegels hoed middendoor. Maar in stee van karolussen, vond hij tusschen het vilt en de voering niets dan kwade koperen penningen. Toen voer hij heftig uit tegen de Smadelijke Broeders. Diefelijke broeders, gij gaat niet uit mijn huis, vóór dat gij mij al uwe kleederen gelaten hebt, behalve uwe hemde, sprak hij.
Nochtans toen de beul de keersen uitgeblazen had en het gloeiend fornuis onder Uilenspiegels voeten plaatste riep zij uit: Heeren rechters, hebt medelijden met hem, hij weet niet wat hij zegt. En waarom niet? vroeg de baljuw listiglijk. Ondervraagt heur niet, heeren rechters, sprak Uilenspiegel, gij ziet wel dat de smert heur waanzinnig maakt. De vischverkooper heeft gelogen.
Maar reeds half ingeslapen, zagen zij elkander niet. Toen legde Katelijne het hoofd van het meisje in Uilenspiegels arm en zijne hand op heur hert. En zoo bleven zij naast malkander liggen. Het scheen hun beiden, dat hunne elkander rakende lichamen de zachte warmte hadden van de zonne, in de maand van de rozen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek