Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


"Zoo komme wij drieë slampampers daar zonder 'n cent an 't koloniale werfdepot an, 's avons om kwart over tiene, dat er alleen nog maar een sergeant an die deur staat. Maar die zeit: nee jonges, hier kan je vannacht niet maffe, vervoeg je nou eerst bij de sergeant-majoor van inkwartiering. En die heet ons wellekom.

De tegenwoordigheid van anderen deed er meer kwaad dan goed aan. Op eene half schertsende bemerking van den sergeant-majoor, antwoordde de bazin: "Vechten met de zotten? Geweld gebruiken? Kom, mijnheer, daar is schijn noch gedachte van. De zotten weten wel, waarom zij hunne bewaakster den zoeten naam van moeder geven.

"Met Frans Houtman, o hemel! Dit is niet mogelijk: gij hebt slecht gelezen." "Neen, Christien, het is wel zoo. Zie, het staat er duidelijk op: Lisa moet trouwen met Frans, het is Gods wil.... En daar, vrienden, leest gij zelf en getuigt, of ik mij bedrieg." De sergeant-majoor nam het ei. "Uw man heeft gelijk," bevestigde hij; "het staat er op; Lisa moet trouwen met Frans, het is Gods wil."

Niet zelden kregen zij, zonder het te vermoeden, eenen zinnelooze tot leidsman, en daaruit ontstonden koddige misgrepen en verrassende tooneelen, die den ganschen dag het voorwerp bleven van de vroolijke scherts der soldaten. Op de Groote Markt zelve, te midden der Westelijke zijde, werd den sergeant-majoor en den fourier van verre hun logement aangewezen.

"Hum, hum, het hangt af van goesting," mompelde de sergeant-majoor. "Ja, ja, bazin, uwe edelmoedige dochter heeft gelijk!" riep de fourier met begeestering uit. "Het is een heilige taak, het bitter lot dezer arme, dolende zielen te verzachten.

Zoo waren zij misschien een groot kwart uurs buiten Gheel geraakt, toen zij eensklaps achter zich het snelle geklep eener klok door de lucht hoorden galmen. "Wat is dit?" riep de fourier. "De noodklok? Er is brand te Gheel; wij moeten terug!" "Terug? Neen, neen," morde de sergeant-majoor, die weigerde zich om te keeren.

Met vermorzeld hart, gansch moedeloos en van de toekomst schrikkend, sukkelde ik naar mijne herberg, waar ik den sergeant-majoor mijn wedervaren vertelde.

Velen onzer vermeenden nimmer te voren in grooter doodsgevaar verkeerd te hebben, dan dit oogenblik, en staarden vol ontzetting naar den sproetigen sergeant-majoor, die op één dreun voortging met het lezen der verschrikkelijkheden, die ons bedreigden, terwijl de toorn-aderen in zijn voorhoofd zwollen, alsof hij aanstonds uitvoering zou gaan geven aan het geprojecteerde bloedbad.

Op de vragen van den sergeant-majoor, zeide de bazin verder: "Gij hebt tot nu maar vier onzer zotten gezien, mijnheeren; namelijk de prinses; een ouden vent, die slechts doodarme bloedverwanten heeft, en sedert twintig jaar op eene millioenrijke erfenis wacht; een jongen, zonder verstand geboren; en een klein meisje, zot geworden nadat zij door eenen harer schoolkameraden met eenen steen tegen het hoofd werd geworpen.

De fourier bovenal, daar hij telkens als gedwongen werd, de oogen voor haar neder te slaan, gevoelde zich vernederd en gekwetst, en, wat er in zijn hart voor de fiere meid ontstond, was geheel iets anders dan toeneiging. "Juffrouw Beth is de moeder der zotten?" vroeg haar de sergeant-majoor met een glimlach, dien hij zoo beleefd mogelijk poogde te maken.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek