Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Maar Bilderdijk kon zich niet weerhouden, bij de bruiloft van Pieter N. en Celia V., van woordspelingen als: »Pietercelie, roem der hoven Ja gij watert ons den mond! Laat vrij Pieter Celie stoven Dat gerechtje is gezond.« 't Eerste wiegje is bij gehuwden Boven alles wellekom.«
Wellekom, gij beide schoone bezoeksters, zeide Lancelot en zeide Gwinebant na en Lancelot vroeg: Twi doet gij ons deze groote eer, jonkvrouwen, met muzijk en gebloemt te verschijnen in ons closet? Sinte Cecilië gelijk, voltooide Gwinebant, die zijne vergelijking wel goed vond. Heiligen en zijn wij niet, zeide de eene jonkvrouw, met een lachje naar Gwinebant.
"Zoo komme wij drieë slampampers daar zonder 'n cent an 't koloniale werfdepot an, 's avons om kwart over tiene, dat er alleen nog maar een sergeant an die deur staat. Maar die zeit: nee jonges, hier kan je vannacht niet maffe, vervoeg je nou eerst bij de sergeant-majoor van inkwartiering. En die heet ons wellekom.
Zie hier zijn beeld, vol groot gelijken, Hoe mild, hoe zacht straalt zijn gezicht, Een offer kon ik hier hem reiken, Een hart, waar warme liefd' in licht, Kom, kniel met mij, geen altaargave, Is Balders ziel meer wellekom, Dan twee die met haar woorden staven Weerkeerige trouw in 't heiligdom. Tegnér, Frithiof-sage.
Zijt gij de onvergelijklijke, de allerhoofschte, de allerdapperste, de ridder aller ridderen aller onzer oude Koningen? Wees wellekom dan, mijn oom-lief! Ik ken u, al ben ik bijna niet meer dan een kind en al zag ik u ook nimmer!
Ook Lancelot was opgerezen en de twee ridders, schoon als de jonkvrouwen, blond als de jonkvrouwen zij beiden, Lancelot zoo ernstig voor zijne dertig jaren, Gwinebant een jongeling nog voor zijn acht-en-twintig, zagen verrast de beide speelsters naderen. Maar dezen legden hare speeltuigen neder en traden uit den boog, die zich sloot. Wellekom, heer ridder, zeide de een en zeide de andere.
Wellekom in onzen burcht en duld, dat onze garsoenen u beiden sporen afdoen en glaviën ontgorden! En tot zijn vader, die, krank, zich slechts even uit zijne kussens richtte, riep Alidrisonder: Hooge vader, mijn edele heere, hier is tot ons gekomen de bloem boven alle ridderen, dat is Gawein, van Koning Arturs Tafel-Ronde!
Stem: Klaare, wat heeft er uw hartjen verlept. Hooft. Dieuwertjen! heugt je nog de avond voor Paasch? Eer ik je vragen ging, stapte ik mijn plaats, Mijn woning, mijn schuren, mijn stal nog eens om, Vast peinzend: tot alles is zij wellekom.
Hoe Merlijn toch meester was over licht en donker! bepeinsden zij allen nu wel en zij stegen de treden op en Merlijn heette hen wellekom boven aan de trap en zij vonden, hij was zoo jong niet meer als dien morgen vlak na zijn Jouvence-bad; hij had een goediger gelaat, meer gerimpeld en onder zijn puntdiadeem scheen zijn haar even gegrijsd en zijn gestalte boog even, gebrokener, in zijn stijf van gesteente, scharlaken, wijde magiërsamaar.
Ontluikt, gelijk een lustdal schoon, Dat in den morgenstond zijn bloemen stelt ten toon; Vervrolijkt u, gelijk de vogelkens met lusten De Zonne groeten, als zij stijgt uit heurder rusten, Gij die verlaten scheent. Wie of met vrolijkheid Ons ongewoon begroet? 't Zijn Amrans zonen beid'. o Broeders, wellekom! Uw voorhoofd wilt vervrooyen . Waarin? in onzen druk en jammerlijk verstrooyen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek