Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Ontluikt, gelijk een lustdal schoon, Dat in den morgenstond zijn bloemen stelt ten toon; Vervrolijkt u, gelijk de vogelkens met lusten De Zonne groeten, als zij stijgt uit heurder rusten, Gij die verlaten scheent. Wie of met vrolijkheid Ons ongewoon begroet? 't Zijn Amrans zonen beid'. o Broeders, wellekom! Uw voorhoofd wilt vervrooyen . Waarin? in onzen druk en jammerlijk verstrooyen?
Terwijl Uilenspiegel zich laafde aan de levensbron, ontwaakten al de vogelkens in 't veld. Klaas, die mutsaards bond, bezag zijne vrouw, die Uilenspiegel de borst gaf. Zeg eens, vrouw, sprak hij, hebt ge nog veel van die lekkere melk? De kruiken zijn vol, man, antwoordde zij, maar dat is niet voldoende om mijn hert te verblijden. Gij spreekt zoo treurig en het is zoo vroeg nog in den morgen.
Hoort!! Hoort! Hoort! herhaalden zacht de edelvrouwen en zij staken allen, luisterend, vingerkens in de lucht. Toen, glimlachend, luisterde, ook de koninginne Ysabele. Alle de vrouwen zongen de muziek na en ook Guenever, verrukt, zong mede. En zij glimlachten allen en zongen. En de vogelkens klaterden hooger en de bellekens klinkelden lager. En het was
Rijst er eenige gedachte in hun slaperig brein op, dan is het wel die, dat voor hen de dagen zachtkens vervlieten in ongestoorde rust, zonder zorg of kommer, altijd even kalm, met denzelfden steeds wederkeerenden sleur, tot ook zij eindelijk ter ruste worden gelegd naast hunne broederen, die den eeuwigen slaap slapen daar beneden, op het kleine kerkhof, waar de vogelkens kwinkeleeren in de groote cypressen.
God spijzigt de vogelkens van uur tot uur. Waarom zou Hij u niet spijzigen?" Hij drukte Johan in zijne armen en zegende hem.... Daar stond met zijn zwarten baard en rozig gezicht, de goedige pater-poortier vergeefs zijn best te doen om in de schaduw van pater Hilarius te verdwijnen.
Toen ging zij in huis, en er verliep een maand: de sneeuw smolt weg; twee maanden: toen kwam het groen; drie maanden: de bloemen ontloken en vier maanden, toen stonden de boomen dicht in het loof en al de groene takken drongen te zamen. Daar zongen de vogelkens, dat het schalde in het bosch. Toen vielen de bloesems: de vijfde maand was voorbij en zij stond onder den amandelboom.
Want beneden den Wonderboom, wees des gewes, o Ysabele, is behendelijk en met list gewrocht een duiwere en daarin staan wel zestien mannen en hebben acht blaasbalgen in de handen en daarmede jagen zij met groote kracht wind in den Boom, van beneden in de wortelen tot boven in den top en wen zij bewaaien de vogelkens en mede de bellekens, zingen en klokkespelen zij allen zoo schoon te zamen... Hoort!
van de Missa in duplicibus aanhief, een ietwat oudere zanger alsdan zeide: "Hoort, de voois van Erodewijk". Hierdoor werd dan bedoeld Halewijn, die elders ook als "de stoute Roland" bekend staat. Zie verder Van Duyse, Het Oude Nederl. Lied I, bl. 1 vlg. of: En daar vlogen drij vogelkens over den Rijn, En daar stierven drij dochterkens fijn, enz.
Kom dan toch mede, in mijn Vergier van Vreugde, waar ik zoo vaak spansierde met mijn Lancelot, toen Koning Artur nog leefde. Daar staat de Wonderboom, de oude Wonderboom, die is mij van alle Merlijns enghienen nog de meest dierbare en Merlijn heeft hem harde wel op mijn verzoek gerepariert en wij zullen er onder zitten en de gulden vogelkens hooren zingen en de gulden bladerkens zien bewegen...
Bij zessen en zevenen zongen de vogelkens hunne liedekens, hoog en laag en toen begonnen ook de bellekens aan de bladerkens te klinkelen, hoog en laag en het stemde alles te zamen met melodië en met harmonië, en Guenever zeide, aandachtig heffende haar vingerkijn: Hoort gij, wellieve Ysabele? Schooner muziekboom en klinkelt er niet voor de engelen in Paradijs!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek