Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Als Destijds zal het er dalen en binnen dringen en zal ik het er vinden, tusschen den Koning en zijn zone, Alidrisonder! O Wonder, o Wonder! O Aventure! Gringolette, sneller gezwommen! Dat het mij niet ontga! Sneller, sneller, Gringolette....

Toen Gawein bedankt had voor zoo algemeene deelneming in zijn verlies, hernam hij: Mijn heere Koning, dat ik heden voor u waag te verschijnen is om geen andere reden dan dat ik wederom op queste ben van een Zwevende Tooverscaec en dat ik dit dacht bij u te vinden, maar het Scaec, dat ik op deze tafel zie en waaraan gij speeldet met uwen zoon den prins, dien ik bemin, wellieven Alidrisonder, is niet het Scaec, dat in vroegzomer binnen zweefde in de Ronde Zale van Camelot.

Er was groote rouwbedrijvinge rond om Gawein toen hij dit zeide; de Koning nam hem eene hand en Alidrisonder de andere en de edelvrouw met het schoothondje, dat zij los had gelaten en dat kefte in haar gewaad verward, trad nader vooruit, want zij vond Gawein een verleidelijken ridder, vooral nu zij wist, dat hij weduwnaar was en een der groote baroenen van Koning Artur.

En dáár, in dien burcht, had hij immers toen getroffen den Koning van den Mirakele, en Alidrisonder, zijn zoon en tusschen hen beiden had, o Wonder, het Scaec gestaan en de Mirakele-koning had beloofd het Gawein af te staan zoo deze hem het Zwaard zoude brengen, het Tooverzwaard met de twee Ringen...!

De Koning zoû zich zetten op een zetel, die vroeger ongenaakbaar was voor bliksem en donder en waarin hij ook onaantastbaar was gebleken voor elken vijandigen aanval, maar hij bekende nu zijn gast, strompelend aan diens arm, den prins Alidrisonder ter andere zijde, dat hij niet gaarne meer tijdens tempeest of overrompeling in den zetel ware gebleven.... De toovermacht ervan was versleten, meende de Koning Wonder en schudde bezwaarlijk zijn grauwe lokkenhoofd.

Wellekom in onzen burcht en duld, dat onze garsoenen u beiden sporen afdoen en glaviën ontgorden! En tot zijn vader, die, krank, zich slechts even uit zijne kussens richtte, riep Alidrisonder: Hooge vader, mijn edele heere, hier is tot ons gekomen de bloem boven alle ridderen, dat is Gawein, van Koning Arturs Tafel-Ronde!

En toen de garsoenen Gawein en Alliene zij heette nu Amadijs, o lezer, wees des gewes! den hof binnen leidden, zagen allen toe en stond dadelijk op de prins Alidrisonder en beide handen uit gestoken, riep hij blij: God van Hemelrijk geve u goed geval en al dat gij begeert, o zoete vriend Gawein, mede met den welschoonen knape-van-wapenen, die u verzelt!

Ik moet toch eene koninginne worden en daar zijn geen andere Koningen rondom, die jonger zijn en eene koninginne hebben van noode. De prins Alidrisonder van Koning Wonder van Mirakeleland is mij te jong... Te jong, Ysabele? Wilt gij dan een ouden man? Ik wil een ouden Koning tot man, Gwinebant, zeide Ysabele.

Maar Alidrisonder, jeugdig, lachte en meende, dat er eigenlijk geen toovermachten bestonden en dat het alles was werktuigkunde en clerkeconste: zingende engelen, bedde van hygiëne en zetels, onaantastbaar voor bliksemflits of voor donderkeil.

En zij zagen in den hof, onder den lindeboom, den ouden Koning Mirakel liggen op een rustbank. En zijn zoon Alidrisonder zat naast hem. En zij speelden schaak.... Rondom in den hof, onder rood gouden appels, die hingen zwaar in de appelaren, zwoel van geur en gestoofd door midzomerzon, zaten of vermeiden zich de ridders en edelvrouwen van het hof.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek