Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
"Vergeven heb!?" schreeuwt de baron weder, zoodat de oude man er van schrikt: "Hoe is het vlegel! hou-je me voor den gek?" "Ik meende.... ik meende papa," hervat Alfred: "dat ik het meisje om vergeving...." "Nederig!" verbetert de baron. "Nederig om vergeving vraag," vervolgde Alfred: "voor het leed... dat ik haar heb aangedaan.... Ik...." "Vlug wat!" zegt de baron.
"Zal ik dan aan de onbeleefdheid van onedele huurlingen blootgesteld zijn? Lieve Maria, bescherm mij ... God, mocht ik nu sterven! O Leeuw van Vlaanderen, wist gij wat laster uw bloed geschiedt!" "Schrikt zo niet, Edelvrouw, er is een eerlijk ridder met hen." "Het noodlottig uur is dan gekomen! Ik moet u verlaten, Maria, en de boze Koningin van Navarra zal mij ook als mijn vader kerkeren.
Maar in werkelijkheid ging het ruwer. Schrikt niet! Daar grijpen midden onder den dans de jongere gasten de bruid aan en dragen en sleuren haar naar het bruidsvertrek vage herinnering aan den ouden bruidsroof. Wel snelt de bruidegom den troep achterna en koopt de bruid terug door een feestje te beloven, het »weerom-vetje« op een der komende dagen. Maar nu barst de storm eerst recht los.
Het »kwaad« wordt weggeredeneerd, het wordt verklaard, het wordt geduld, en heet nu geen »kwaad« meer, maar »onvolmaaktheid«. Jozef weet van het kwaad, en schrikt er voor terug. Nu heeft hij een zwaren strijd, nu vindt hij overal tegenwerking en tegenspoed; maar de winst is, dat hij idealen kan behouden.
Ik heb nog vrienden genoeg, die hier graag nog eens een dag wilden komen passeeren, maar freule Mordaunt schrikt ze allen af sinds de kapitein hier is. Zij is zeker bang dat hij zich vergrijpen zal tegen den goeden toon."
Toen heeft Beppo zeker geloofd, dat ook zij hem verloochend had en niets meer van hem wilde weten. Dien nacht, het zal één uur zijn geweest, schrikt ze wakker van een schot. Ze denkt eerst dat ze droomt. Dan.... wéér een.... vlak onder het raam van haar kamertje. Ze vliegt het bed uit.
En komt dan eens de jongste dag, Dan zal het ligchaam, dat daar lag, Zig levend weêr vertoonen. Dan voeren de Englen van beneên U zingend naar den Hemel heên, Om eeuwig daar te woonen. Mijn lieve kinders schrikt dan niet, Wanneer gij doode menschen ziet; Zoudt gij voor lijken beven? Zegt liever vrolijk deze man, Die hier niet zien of hooren kan, Mag in den hemel leven.
Als bezeten, zeide Crispinus, neêr gevallen op het rustbed. Als bezeten....?? angstigde zij. Hij kreunt, dwaalt door het paleis rond, ziet achter de gordijnen.... We hebben den moord op Nigrina voor hem verborgen gehouden.... Hij schrikt telkens, verbergt zijn hoofd in zijn mantel en strompelt, struikelt dan.... We hebben hem nog nièts durven zeggen.... Maar het is geen leven meer in het paleis.
Hij verwondert zich zelden, schrikt evenmin, bespot de bijgeloovigheden, drukt de opgeblazen overdrijvingen plat, lacht om de verborgenheden, steekt de tong voor de spoken uit, ontneemt de stelten haar poëzie en brengt in het gezwollen heldendicht caricaturen, niet omdat hij prozaïsch is, verre van daar; maar hij brengt in de plaats van het plechtige visioen een grappig geestenspel.
Mijn lieve kinders, schrikt tog niet, Wanneer gij dode menschen ziet; Zoudt gij voor lijken beven? Kom hier: deez bleke koude man, Die voelen, zien, noch horen kan, Houdt nu niet op te leven. Hij denkt en werkt ja meer dan gij; Maar met geen ligchaam zo als wij. De ziel is weg van de aarde. Die God, dien hij hier heeft gevreesd, Is bij hem in zijn dood geweest; En houdt dit lijk in waarde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek