Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 september 2025
Zoo ijlt ze en streeft in 't wild door duizend slingerpaden, En wenscht de dood, en schrikt op 't ritslen van de bladen: Tot ze op een' heuvelgrond, door heldere Ur omstroomd, Zich raadloos nederwerpt in 't hangen van 't geboomt'. Hier, spraakloos, rolt een traan uit de opgezwollen oogen Heur' matten boezem langs.
Als men oppervlakkig de kaartjes met de doorsneden der zeegaten bekijkt, zooals die in eene der nota's voorkomen, dan schrikt men van de reusachtige diepte der zeegaten. Ze zijn daar n.l. op zeer groote schaal geteekend, om de vormen nauwkeurig te kunnen aangeven; die kaartjes geven dus volstrekt niet de verhouding aan b.v. tusschen den afstand Den Helder-Tessel en de diepte van de Helsdeur.
"Waar ben ik?" vroeg hij weer en wreef met zijn hand over zijn hoofd. "Hier," zei zus, "bij grootmoe in de bedstee." Hij bekeek de bedstee, maar scheen het toch niet goed te begrijpen. "Ik zal even naar het dorp gaan, om ze te waarschuwen," vroeg Teun. "Is er niet een fiets van een van de jongens." "Zeker," zei Trijn, "pak hem maar. Voorzichtig zeggen hoor, dat de boerin niet te veel schrikt.
Voor de piano heeft hij een eerbiedigen angst. Die lokt hem, maar schrikt hem nog meer af. Dat rammelende instrument, waarop zooveel polka's getrommeld worden, is voor hem een heiligdom. Hij heeft het nooit durven aanroeren. Dat wonderlijk ding met de vele snaren, die aan 't werk van den grooten meester leven kunnen geven!
Op de wijze der Stinkdieren verdedigt hij zich in geval van nood door het uitspuiten van een stinkende vloeistof; dikwijls schrikt hij hierdoor de hem vervolgende Honden af. Hij is ongeloofelijk taai van leven. Zonder er nadeel door te lijden springt hij van een aanzienlijke hoogte naar beneden, verdraagt bijna onverschillig allerlei pijnen en bezwijkt eerst na buitengewoon zware verwondingen.
LUCETTA. Een ridder is hij, welbespraakt en fijn; Doch, waar' ik u, hij zou mijn man niet zijn. JULIA. Wat van dien rijken heer, Mercatio? LUCETTA. Goed van zijn geld, maar van hemzelf; zoo zoo. JULIA. En den beleefden Proteus, wat van hem? LUCETTA. Heer, heer! mijn dwaasheid brengt mij in de klem! 15 JULIA. Komaan, wat schrikt en beeft gij bij zijn naam?
Immers, in 't midden van die bontvale rij het helderst door een der gasvlammen verlicht, daar ziet ge Saartje, het kind van Gerrit Zwarte, het arme kind dat de koorts heeft, dat zich reppen moet, ongelooflijk snel en gestadig. Gij herkent het arme meisje wel, al schrikt ge terug, nu ge haar droevig figuurtje in 't volle licht te beter kunt zien.
't Is wel zeker dat ze zich daarbeneden, in die zijkamer, moet bevinden, denkt hij, terwijl hij onder de boomen van het marktplein staande, naar een venster tuurt, waarvan de blinden nog niet vast zijn gesloten, zoodat er in 't midden een groote lichtstreep naar buiten glanst. Is ze daar? Alleen? Ronner doet een paar schreden terzij, en, schrikt dan geweldig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek