United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nooit hebben zij zich voor godloochenaars uitgegeven. Integendeel: zij hebben den godsdienst van het land dat zij bewonen, maar met de verandering van land nemen zij ook een anderen godsdienst aan. Ook de bijgeloovigheden die bij ruwe volken in de plaats komen van godsdienstige gevoelens zijn hun vreemd.

Volgens het Latijnsch spreekwoord: "Ik heb in plaats van een schat houtskool gevonden: d.i. een pot met houtskool in plaats van een pot met geldstukken. Een der vlijmendste en scherpste samenspraken van Erasmus, waarin hij de bijgeloovigheden zijner tijden geeselt en striemt.

Zulke oorlogen stichten den vrede. Een ontzaggelijke vesting van vooroordeelden, voorrechten, bijgeloovigheden, logens, knevelarijen, misbruiken, gewelddadigheden, ongerechtigheden en duisternis staat nog in de wereld, met haar torens van haat. Zij moet vernietigd worden. Dit monsterachtig gewrocht moet ingenomen en gesloopt worden.

Grooten invloed hebben zij op zijn handelingen. Vooral in het landbouwbedrijf neemt het bijgeloof een groote plaats in. Voor enkele bijgeloovigheden is het mogelijk zeer goede verklaringen te geven; voor andere echter is het vergeefs zoeken naar een redelijken grond.

Hij was een man van ongeveer veertig jaar, tamelijk zwaarlijvig en hooggekleurd van wangen. "Zijt gij weder bezig, grootvader, met die oude bijgeloovigheden?" schertste hij. "Kom, kom, doe uwe stokjes weg.

In dit jaar werd aan de kerk te Ylst de eere gegund, om voor dengenen die haar in bedevaart bezocht aflaat van zonden te schenken, met al de gebruikelijke plegtigheden; dan ook door deze en andere bijgeloovigheden was geen razende partijschap te dempen, waren geene driften te koelen. Men zie den Aflaatsbrief in 't Charterb.

Gij hadt, als ik het zeggen mag, uwe vooroordeelen, uwe bijgeloovigheden, uwe eigenzinnigheden; gij waart wellicht niet geheel en al vrij van kwaadsprekendheid. Maar uwe teedere, nauwgezette, waakzame zorg geven u aanspraak op een kroon.

Vele Schrijvers zijn van gevoelen, dat deze Kronijk geen het minste geloof verdient, als gevuld met fabelen en bijgeloovigheden. Emmius, in zijne Refut. Apol., van Rhyn, op de Oudh. en Gest. I. 51; F. Sjoerds, Inleiding voor de Besch. van O. en N. Friesland, en anderen beweren dit op gelijke gronden; geen gezag aan Suffridus Petri kunnende toekennen.

Deze bestreed met kracht, verstand en godvruchtigen ijver, niet alleen de heidensche bijgeloovigheden, ruwheid van zeden en woestheid der Friezen, maar ging ook met ernst het zedebederf, de onkunde, boosheid, onwettigheid en valsche leer der geestelijken te keer, wier doel en middelen met de christelijke godsdienst zoo zeer in strijd waren.

Hoe bekoorlijk zijn niet de plaatselijke bijgeloovigheden, zooals de bezoeken van den geest van den heiligen Vijgeboom, die in den nacht, in het wit gekleed en geschoeid met sandalen, zijn geloovigen vertroost.