Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
"Merci, madame, en tot woensdag!" Hij lichtte even zijn rond hoedje op en stapte gewoon weg, zijn stok in de hand, een pijpje in den mond. "Madame!" dacht Rozeke; en zij had moeite om niet te lachen. Maar gejaagd vloog zij naar 't raampje om hem na te kijken.
Met die twee konden zij 't vooreerst wel stellen. Een paardenknecht hadden zij niet noodig: dat baantje zou Alfons zelf waarnemen. Stil en gelukkig leefden zij, met hun hoop en hun gedachten in de toekomst. Slechts bij zeldzame uitzondering ging Rozeke nog een enkelen keer naar het ouderlijk huis, dat nu wel wat ver afgelegen was, maar bijna elken zondag kreeg zij bezoek van de haren.
"Es mesoeur van de Weghe thuis?" wilde Alfons vragen. Maar, nog vóór hij den tijd had het uit te spreken, trok het vriendelijk-glimlachend gezicht van 't jong begijntje, dat hem dadelijk herkend had, achter 't judasraampje zich terug, en meteen ging 't groene deurtje zachtjes open en werden zij verzocht te willen binnenkomen. Zij traden binnen, eerst Alfons en dan Rozeke.
Met November gaan wij weer naar 't Zuiden, voor een langen tijd. Hij mag met ons meereizen en wij zullen hem daar eenige maanden doen verplegen. Wie weet, het is misschien nog niet te laat. Misschien komt hij gezond en sterk bij u terug." Onthutst keek Rozeke hare weldoenster aan. Zij begreep niet, zij geloofde niet, alles verwarde in haar hoofd.
Toen Rozeke na een oogenblik in de keuken terugkwam, maakte zij 't Geluw Meuleken met den toestand bekend en lei haar streng 't stilzwijgen op. Het Geluw Meuleken knikte gewichtig-toestemmend; met groote ronde oogen van verbazing. Zwijgen zou ze, zwijgen als een graf. Geen gevaar dat ze zulke milde weldoeners verklikte!
'K zag hem nog precies mee ne lei al de kant van dan bosch leupen en over de gracht sprijngen; en wig was hij, nie mier t'heuren of te ziene!" "En?" vroeg Rozeke, de woorden uit zijn mond kijkend. "Hewèl... hij hét hij heul den nacht rondgedwaald, zonder nog zijne wig te keune vinden. 't Speuk ha hem verlied.
Smul bleef schijnbaar kalm en als 't ware onverschillig, met de gewone uitdrukking van stugge barschheid in zijn harde, blauwe oogen. Soms viel zijn blik, heel even slechts, op Rozeke; maar dadelijk, terwijl zij zelve haar oogen instinctmatig neersloeg, wendde hij zich af en sprak geen enkel woord tot haar.
Sinds was hij weer bedaard en uiterlijk kalm geworden. Hij had opnieuw zijn dienst als paardenknecht genomen bij boer Kneuvels, en werkte als een lastdier, somber in zichzelf teruggetrokken, geen nutteloos woord tusschen zijn halsstarrig-dreigend gesloten lippen doorlatend. Maar Rozeke bleef doodsbang voor hem en vermeed stelselmatig elke gelegenheid hem te ontmoeten.
"Toe, klokke, eet watte," zei Rozeke op aanmoedigenden toon. Maar star en boos bleven de oogen, en nijdig-overeind de kleine veertjes, en strak en roerloos kop en lichaam. "O gie dulle klokke!" bromde Rozeke.
De wagen was donderend om den hoek van den landweg tusschen het sulfergeel-blikkerend koren verdwenen, en plotseling, met rauw gegil, stormden zij hem allen achterna. Rozeke, de laatste der vier, op den weghollenden wagen gebleven meisjes, lag half bewusteloos, plat op den plankenbodem, in de dunne laag zaadkorrels uitgestrekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek