Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


"Wie zegt u, dat ik niet te huis zou blijven, ten minste in de week, indien hier alles niet walgelijk was als in eenen stal, en ik er slechts een vriendelijk gezicht mocht vinden; maar gij, met uwe barschheid en met uwe zorgeloosheid, zoudt een engel de deur uitjagen."

"En wat kan ik daaraan doen?" antwoordde zij met barschheid. "Mevrouw," hernam de klagende moeder, "ziehier mijne bede: heb de goedheid ons eene som van drieduizend franken te leenen.

Later is zij getrouwd; slechts sedert de geboorte van haar derde kind blijft zij te huis, en geeft daar aan haar kroost het eenig onderwijs, dat zij heeft ontvangen: onwetendheid, barschheid, verlaging, verbastering der menschelijke natuur. En wij, die spreken van de zedelijke verbetering des werkmans, wij geven zijnen kinderen zulke moeder!

In zedelijken zin schijnt de ommekeer van het Magyaarsche volk niet zoo volledig geweest te zijn. In dit opzicht komen de oude berichten wat meer overeen met hetgeen wij later, en ten deele zelfs heden, nog zien. Ruwheid, barschheid en een wilde, moeielijk te temmen zin, heeft men den Magyaren van oudsher verweten.

Shelby, met zooveel barschheid, als hij bij deze gelegenheid veinzen kon. Nu baat het even weinig zich op een neger boos te willen houden als op een kind; beiden zien door instinct den waren staat der zaken, al veinst men het tegendeel; en Sam schrikte dus volstrekt niet van deze bestraffing, hoewel hij een gezicht vol droevigen ernst zette, en zeer boetvaardig de hoeken van zijn mond neertrok.

Smul bleef schijnbaar kalm en als 't ware onverschillig, met de gewone uitdrukking van stugge barschheid in zijn harde, blauwe oogen. Soms viel zijn blik, heel even slechts, op Rozeke; maar dadelijk, terwijl zij zelve haar oogen instinctmatig neersloeg, wendde hij zich af en sprak geen enkel woord tot haar.

Maar omdat hardheid en barschheid en wrok leelijk en gering-menschelijk zijn, wordt een mensch bij hun aanblik onmiddellijk afkeerig van hen en zegt meer of minder bewust in zichzelf: wat kunnen dezen, die zelf klaarblijkelijk nog niets geleerd hebben, mij leeren? En welk recht hebben zij, mij te leeren? Dan keert hij zich van hen af en sluit in zich-zelf zich op.

In deze gesteltenis begon hij eenig naberouw te gevoelen over de barschheid, met welke hij zijne dochter en den jongen Bielens behandeld had; doch de gedachte, dat men hem onder de Dahlia's-liefhebbers zou uitlachen, kwam hem telkens opnieuw bedroeven. Zijne woede ontvlamde met nieuwe kracht, toen hij, het hoofd opheffende, den jongen Bielens met een paksken onder den arm tot zich zag komen.

Jakob wist niet, hoe hij het had. Hij had stugheid, zelfs barschheid verwacht, maar tegenover dergelijke taal stond hij onvoorbereid en dus een oogenblik geheel sprakeloos.

Deze gedachte deed hen zwijgen en, zelfs toen Disdir Vos met barschheid Ivo-den-wolvenjager voortstuwde, sprak deze geen woord, ofschoon hij den verkooper van Kerlingaland kende en zijn hart van spijt en verontwaardiging overstroomde.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek