Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
Hij trad heelemaal naar voren toen hij eindelijk Rozeke ontwaardde, bleek en mager, met witte kussens achter den rug in den leunstoel waar destijds Alfons zat bij het vuur, en vroeg haar: "Wa goan we nou doen, bezinne, mee die partij achter de Vlierbeum: zoên we doar eirdappels planten of zoên we 'r suikerijen zoaien?"
Rozeke en La stelden voor om nog wat in de stad te gaan wandelen en naar de winkels te kijken en misschien 't een of 't ander te koopen; doch de mannen hadden reeds meer dan genoeg van de winkels en zochten naar iets anders zonder het evenwel te vinden. "We'n keunen hier toch nie heul den dag in die hirbirge blijve zitten," zei Rozeke een beetje wrevelig. Alfons keek haar even van ter zijde aan.
Het nieuwe en frissche van een heerlijken October-ochtend hing in een waas van vrede en kalmte over 't land, toen Rozeke dien morgen opstond en de luikjes openduwde. Alfons was reeds vóór zes uur vertrokken, naar zijn gewone dagwerk op boer Kneuvels' hoeve en zijn oude, ziekelijke moeder lag nog in bed, wachtend om op te staan, tot Rozeke met de koffie klaar was.
Maar Rozeke voelde wel dat het verblijf in den vreemde hem hoe langer hoe zwaarder begon te drukken; en, op een ochtend, schrikte zij hevig bij het ontvangen van een heel kort briefje, waarin de barones Rozeke letterlijk bezwoer alles te doen wat in haar macht was om het onzinnig plan van plotselinge terugkomst, dat hij vast scheen in zijn hoofd gezet te hebben, te beletten.
Hij keek naar Rozeke. Haar strakke oogen volgden een poos den aftrekkenden wagen, en toen keerde zij zich om en huiverde, als van kou. Haar blik viel op hem, en zacht en teeder staarde zij hem zwijgend even aan, en in zijn ziel juichte 't hoog op van zalige ontroering. Neen neen, zij hield niet van dien woesteling en bewonderde hem ook niet.
Op een middag was zij op het hoevetje gekomen en had aan Rozeke gevraagd: "het is niet waar toch, Rozeke, wat ik heb hooren zeggen, dat ge met zoo'n vent zult gaan hertrouwen!" en toen Rozeke, in tranen, haar gezegd had dat het wèl gebeuren zou en haar verteld had hoe 't gekomen was, en waarom het nu niet anders kon meer; toen was de barones eerst in verontwaardiging uitgebarsten en had gezegd dat zoo'n schurk bij de politie diende aangeklaagd; maar eindelijk was haar toorn veranderd in medelijden, en vol teleurstelling en leed had ze zuchtend haar schouders opgehaald en was vertrokken.
Niemand in 't dorp had er verder iets van gezien of gehoord; men wist zelfs niet wie hij was en of hij op 't kasteel vertoefd had; maar Rozeke voelde instinctmatig dat hij en de jonkvrouw elkander liefhadden en zij brandde van verlangen om er wat meer van te weten.
Maar uit het achterhuis galmde eindelijk de hooge stem van moeder: "Ala jongens, schiedt er nou moar uit, 't es geried!" en meteen kwam zij binnen, 't gezicht verborgen achter de dampnevelen van een reusachtige schotel, die zij op haar beide uitgestrekte handen droeg, terwijl Rozeke en La ook alle twee met heet-dampende schotels volgden.
Den volgenden dag liep zijn tijd ten einde. Rozeke was radeloos. Hij zei steeds niets, nam hoegenaamd geen notitie meer van haar, maar maakte ook geen de minste toebereidselen voor zijn vertrek. Hoe moest dat eindigen? Wat was hij van plan?
Maar zij hadden 't gezien en innig gevoeld alle twee en Rozeke keerde zich eensklaps naar het raampje om met trillende lippen, terwijl de jonge barones iets als een ijskoude stilte in haar binnenste voelde neerzijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek