Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Zij was geen enkele maal meer bij boer Kneuvels komen werken, en in haar schrik had zij ook aan Alfons zijn woeste aanranding in 't koren, op dien avond, met de weghollende paarden, verteld. "Rozeke, zweir mij da ge de woarheid zegt; zweir mij dat er nie anders gebeurd 'n es en dat de sloeber liegt!" had hij haar plechtig-dringend gevraagd.

"Wie est 't?" vroeg Alfons gretig. "Ivo Smul." "Ivo Smul? En hij weunt bij boer Kneuvels!" "Sedert iergisteren 'n weunt er hij nie mier bij. Hij es mee zijnen boer in ruzie geslegen en wig-gegoan. 't Spijt de bezinne genoeg." Alfons, zijn groote, holle oogen strak voor zich gevestigd, zat roerloos te peinzen en te staren.

Hij joeg die nare herinnering van het verleden uit zijn gedachte, en even kwam een glimlach op zijn lippen. Rozeke hield van hem, hij voelde 't, hij wist het, al had ze 't hem nog niet gezeid. Hij zag dat telkens in haar oogen, hij hoorde 't in haar woorden, al deed ze soms ook nog wat stug en vreemd met hem; en hij had pret in zichzelf omdat hij het zoo handig met boer Kneuvels had weten te schikken, dat niet de boer noch zijn paardenknecht, maar wel hij de Van Dalens dien ochtend zou gaan wekken. Hij eerst, vóór alle anderen, zou Rozeke zien en met haar spreken. Hij zou met haar, en met haar broeders en haar zuster, in de vertrouwelijke duisternis van den nacht, den tamelijk langen weg afleggen van hun huisje naar de hoeve, en daarna van de hoeve naar den vlasgaard. Ook Smul zou haar zien, en met haar spreken, zeker, dat kon ook niet anders, doch eerst later, als hij al ruim tijd en gelegenheid zou gehad hebben, om haar te zeggen en te vragen, d

Boer Kneuvels en Rozeke's broeders staarden strak naar de dampende schotels. De ronde, blonde, blozende La prevelde haar gebed met vlug-bewegende lippen. "In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, amen," zei eindelijk hardop boer Dons, terwijl hij weer een kruis sloeg en zijn dikke pet opzette.

Een hondenkar bespannen met vier groote honden kwam ratelend in wilden ren en woest geblaf over den steenweg aangereden, en in de verte, tusschen de boomen der oprijlaan, zagen de slijters boer Kneuvels met twee versche flesschen jenever aankomen. Zij juichten hem met rauw geschreeuw van verre te gemoet, zwaaiend met hun petten en hun handen....

Moeder van Dalen had de voorzorg genomen een paar kaartspellen van huis mee te nemen en dadelijk zaten zij om twee tafeltjes bij ieder der twee kleingeruite raampjes, boer Dons met bazin Kneuvels, Smul en vader van Dalen aan het eene, bazin Dons met boer Kneuvels en de beide zonen van van Dalen aan het andere.

"Wacht ne kier! wa ès dat doar?" riep zij plotseling, als in schrik naar de donkere boomen wijzend. De vaag-zichtbare gestalte van een man kwam er langzaam uit het donkere der stammen en verwijderde zich geluidloos in de richting van boer Kneuvels hoeve. "'t Es ne man, hij zal 't gezien hên;" fluisterde zij dof.

Bazin Kneuvels deed of ze zich vreeselijk schaamde maar haar oogen flikkerden van pret; en moeder van Dalen kon zich eensklaps niet meer inhouden: zij riep den ouden boer een erge schouwiteit toe, en schaterde met open, tandeloozen mond, de handen op haar schokkend buikje, terwijl de lachtranen over haar wangen rolden. "Ha moar moeder, zij-je toch nie beschoamd!" riep Rozeke half boos wordend.

"Gewed!" trad Smul met brutaal-uitgestrekte hand naar hem toe. "Tut tut tut! wedders zijn kijvers!" kwam bazin Dons misnoegd in 't midden. Kneuvels was driftig iets aan 't hakkelen dat geen van allen begreep. Vader van Dalen en zijn beide zonen stonden belangstellend te glimlachen.

Op dat oogenblik was Smul reeds hevig dronken; boer Kneuvels was het ook, zooals gewoonlijk wanneer hij in het dorp kwam, en dadelijk hadden zij, over een beuzelarij, ruzie gekregen en willen vechten. De baas uit 't "Klein Congres" had hen beiden met geweld op straat gegooid en zijn herberg achter hun rug gesloten. Het was toen ongeveer half elf.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek