Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Toen gaf de oude Dons eindelijk een wijzen, practischen raad. "Probeer ne kier bij nen anderen hijnkst," zei hij. En hij vertelde van een prachtigen hengst, waar Smul juist was naartoe geweest, met een van boer Kneuvels' merrie-paarden. "Weet-e wat da ge doet!" gilde hij: "Vroagt an Smul of er hij Fanny euk wil leên, den ieste kier dat ze weere peirdig es!"

Weer was Smul boer Kneuvels kwijt geraakt, die intusschen naar zijn hoeve was teruggekeerd; en daar alle fatsoenlijke dorpsherbergen op dat oogenblik gesloten waren, was hij terecht gekomen in het Peperhol, de slechtbefaamde achterwijk waar wildstroopers en dieven woonden en waar de kroegjes tot laat in den nacht open bleven.

Wel had het hem even onaangenaam aangedaan dat juist boer Kneuvels en dus ook zijn paardenknecht Smul de daartoe aangewezen personen waren; doch aan een ander vragen wat Kneuvels om zoo te zeggen van rechtswege toekwam, ware zijn vroegeren meester vijandig behandelen en nutteloos beleedigen, en dit had Alfons niet durven noch willen doen.

Hij wilde opstaan en gaan kijken, maar de slaap van zwaar-drukkende vermoeidheid hield, als met duwende vingers, zijn oogleden dicht, en doofde de inspanning van zijn geest in soezing weer uit. Toen hoorde hij het eindelijk heel duidelijk: het driemaal bonzen op zijn vensterraam, en de stotter-stem van boer Kneuvels, zijn baas, die riep: "A... Alfons... 't es ien! Toe,... ge... ge moet opstoan!"

"'t Es drei man te weinig, we'n zille véúr den negen van den oavend nie gedóan hèn," bromde Dolf, Rozeke's jongste broeder. Allen waren 't met hem eens; het was te weinig, eigenlijk wel vijf, zes man te weinig voor zulk een uitgestrekten vlasgaard als dien van Kneuvels.

Zij stonden vóór den grooten, rijpen vlasgaard die dien dag geoogst moest worden, en 't schemerig schijnsel, dat meer en meer aan alles zijn vaste, duidelijke vormen gaf, was 't zacht en stil geboren-worden van den zomer-dageraad. Boer Kneuvels trad naar voren en hield glimlachend zijn beide flesschen jenever in de hoogte. "A... allo, jongens, ne nen dreupel om te beginnen!" stotterde hij.

Het oogenblik daarna was ook de sjees van Kneuvels klaar en Alfons en Rozeke, die hen tot aan den weg een uitgeleide deden, kwamen rillend van de kou terug bij La en moeder, om het langzaam uitdoovend haardvuur. Dien nacht had Rozeke vreemde, benauwende droomen.

Sinds was hij weer bedaard en uiterlijk kalm geworden. Hij had opnieuw zijn dienst als paardenknecht genomen bij boer Kneuvels, en werkte als een lastdier, somber in zichzelf teruggetrokken, geen nutteloos woord tusschen zijn halsstarrig-dreigend gesloten lippen doorlatend. Maar Rozeke bleef doodsbang voor hem en vermeed stelselmatig elke gelegenheid hem te ontmoeten.

Behalve Rozeke's ouders en broeders waren daar ook velen van de makkers met wie zij in de zomerdrukte op boer Kneuvels' hoeve werkten, en zij hadden allen dolle pret en haalden grapjes uit, een beetje dronken reeds van 't joelen om het houtvuur.

Smul, die in den stal daarnaast boer Kneuvels paard aan het verzorgen was, werd er eindelijk bij geraadpleegd om ook zijn advies te geven. "Of da ze veulen in hêt!" riep hij op zijn gewone ruwe manier, onbeschroomd, met een bruusken ruk in de krib der merrie binnendringend; "'k zal ulder da sebiet goan zeggen!"

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek