United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar staan eeuwen-ouden boomen, met holle stammen, die eerst dan sterven, wanneer eens een bliksemstraal de trotsche kruin treft en verteert. Men zegt, dat het vuur dan bij den boom blijft en daar uitgaat. Men vindt daar ontzaglijke rotsen, door tijd en natuur met fluweelig mos bekleed. Het stof hoopt zich laag op laag in de holten op, de regen legt het vast en de vogels zaaien er zaadkorrels in.

Eerst als de winter den Goudvink uit zijne woonplaatsen verdrijft, komt hij bij vluchten in de boomgaarden en tuinen der dorpen of in akkermaalshout om hier de weinige bessen en zaadkorrels op te zoeken, die de andere familieleden voor hem nog overgelaten hebben. In het begin van de zwerfperiode ziet men dikwijls alleen mannetjes, later mannetjes en wijfjes te zamen.

Weldra zagen zij een jongen gorilla zitten, die enkele zaadkorrels opat, die nauwelijks uit den grond waren opgeschoten; op enkele schreden daarvan af zat ook de moeder te eten. Zij besloten los te branden; het was hoog tijd, want op het oogenblik, dat zij hunne geweren ophieven, zag de moeder hen; zij hadden nog juist den tijd, om vuur te geven. Gelukkig wondden zij haar doodelijk.

In strenge winters vergeten zij al hun vrees voor den mensch, begeven zich naar de dorpen, zoeken in de tuinen bescherming en voedsel, komen zelfs op het erf en in de schuur en vallen begeerig aan op de zaadkorrels, die milddadige handen voor hen uitstrooien. Soms worden de Hazen hunne redders, daar zij door hun woelen verborgen voedsel aan den dag brengen.

Een hunner geeft de maat aan, met behulp van een kalebas, waarin zaadkorrels verborgen zijn en die hij heen en weer beweegt; die kalebas is met figuren versierd even als het vaatwerk. De vrouwen hebben het te druk om aan den dans deel te nemen.

In zulk een fleschje brengt men een weinig aarde, maakt het voldoende vochtig, waarna men er eenige zaadkorrels in werpt. Hierna doet men de kurk op het fleschje, waarna het voor het venster gezet wordt. Daar geen vocht uit het fleschje verdampen kan, kiemen de zaden er gemakkelijk in en groeien zoo lang verder, totdat de aarde, waarin zij staan, volkomen uitgeteerd is.

Het Grieksche volk bood den grooten zaaier het eerst een terrein aan, waar zijne zaadkorrels niet op een steenachtigen bodem vielen, maar waar zij integendeel al spoedig in Korinthe, Thessalonika, Ephesus en andere steden diepe wortels schoten. Ook in de Aziatische steden bestonden de eerste Christen-gemeenten schier zonder uitzondering uit Grieken.

De lange vochtige vlasstengels van vage tint plakten zich papperig-week tot slappe bundels samen, de ronde zaadkorrels ritselden broos tegen elkander als natte, glazen balletjes; en zij zelven, al die mannen en die vrouwen, stonden in een onreëele atmosfeer, als wazige groote poppen, die heel licht een dood-eenvoudig en gemakkelijk kinderwerk verrichtten.

De bevruchte bloem bloeit snel uit, haar steel buigt zich over den potrand heen en na verloop van eenige weken rijpen in een bolvormige vrucht de tamelijk harde zaadkorrels. In Augustus worden de versche zaden in potten of schalen gezaaid; zij worden warm en gelijkmatig vochtig gehouden, waarop de kieming binnen 4-6 weken volgt.

Zij leven luchthartig en los, nauwelijks stamsgewijze, maar overal alleen familiesgewijze, en deze Zigeuner-familiën zijn als het onkruid dat men op de steppen van Rusland aantreft, dat daar "de windsbruid" genoemd wordt, en dat, zijne zaadkorrels en bloesems met zich medevoerende, van den grond losgerukt, door den wind, door de lucht en over de heuvels gevoerd, als het water in droppels en atomen over Europa verbreid wordt.