Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


"Zoo, maar 'k had nog liever, dat ge zijne kostelijke veerzen kendet, dan hem zelf; want hij is de man, die spijkers met koppen slaat, en 'k denk dikwijls aan zijn veersken: Jonck rijs is te buijgen, maer geen oude boomen!" "Dat veersken ken ik," zeide Jonge Kees, "dat heb ik van stuurman Pronk geleerd; hoor maar. Is het zoo niet, Huib?" "Ja, jongen, zóó is het. Vergeet dat nooit.

Als, bijvoorbeeld, de onderneming, die wij nu bezagen. De gerooide hellingen langs, waaroverheen van den verren woudrand af de bijlslagen van houthakkers klonken, en waar hier en ginder uit hoopen rijs een vuurtje glom, bleek in den zonneschijn, onder rechtopgaanden blauwen rook, gingen wij, het pad volgende, langs een koelte-ademend ravijn.

Duizend-oogig spiegelt zich in ’t meir De nacht, en laat haar bleeken luchter beven, Die honderd sneeuwen sluieren doet zweven Om ’t, rond de diepte rijend, rotsenheir. En Sluimer daalt, op vlinder-wieken, neêr, Met wuivend rijs, waaraan de druppen beven, Die, dauwend, droom en zoet vergeten geven, En zweeft, in schaduw, peinzend heen en weêr.

Doch wie komt met mijn broeder Marcus daar? MARCUS. Titus, bereid uw edel oog tot weenen, Of kunt gij 't niet, uw edel hart tot breken; 'k Voeg bij uw ouderdom verterend wee. TITUS. Zal 't mij verteren? laat het mij dan zien. MARCUS. Dit was uw dochter. TITUS. Marcus, zij is 't nog. LUCIUS. Wee mij, die aanblik doodt mij. TITUS. Zwakhartig jong'ling, rijs, en zie haar aan.

Daarna wordt hij tot het proefstuk toegelaten, waarvoor hij negen gulden moet betalen. Zijn proef bestaat in het bakken van een tarwe-, een rogge- en een wittebrood in een oven, die met rijs heetgemaakt is. Deze laatste bepaling zal zeker wel niet langer dan tot 1572 van kracht geweest zijn. Toen immers ging de kerk aan de Hervormden over. Al pratende en wandelende zijn we door de St.

De aanraking van Maria had het meisje hevig verschrikt; zij opende de ogen zeer wijd, en beefde terwijl zij haar vriendin met twijfel aanzag. "Zijt gij het wel, Maria, die mij aldus aanspreekt?" vroeg zij terwijl zij de handen over haar vochtige wimpers dreef. "Wat brengt u toch zo ontijdig bij mij?" "O rampzalige vriendin," barstte Maria wenende uit, "rijs op, dat ik u klede.

Allerlei klaagtonen stegen uit den levenden warhoop op. »Hè-hè!» »Au! Ga toch weg!» »Rijs op, zeg ik je!» »Wil-je wel eens van mijn hoofd gaan?» »Ik stik! Ik stik!» »Au, mijn arm!» »Mijne beenen breken!» »Je zit op mijn rugSpoedig evenwel waren wij opgestaan, en wonder boven wonder, niemand van ons had zich erg bezeerd. Bob alleen was met zijn voorhoofd tegen een steen terecht gekomen.

Wier geurige adem zucht door rijs en wouden, En gloeien wekt, waar zielen wieken spanden, Tot die miljoenen traan en leed verbanden, En lachten, of zij nimmer weenen zouden: Gij juichte’, o, zomer! in mijn zielsverrukken, Toen mij uwe armen en Mathilde omvingen, En gij voor mij uw wereld scheent te smukken!

"Laat maar wat harntje rijs plukken," zeide zij: "dat is, afgekookt, de beste mondspoeling tegen alle scheurbuik." "Probatum est!" riep Willem: "dat is de herba brittannica, waar Plinius reeds van spreekt en waaraan hij diezelfde pijnstillende krachten toeschrijft." "Ik 'loof ook, dat ik die 'evonden heb in het oude receptenboek, dat ik thuis heb," zeide de afstammeling der Galamaas.

ADRIANA. Kom mede, ik wil een voetval voor hem doen, En rijs niet, eer mijn tranen en gebeden Van hem verwerven, dat hij herwaarts koom', En aan de abdis mijn man door kracht ontrukk'.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek