Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


PROTEUS. Weet, eed'le vorst, toch werd een plan gesmeed, 38 Hoe hij haar kamervenster zal beklimmen, En langs een koorden ladder haar gaan halen; De jonge minnaar ging daar juist op uit En komt er daad'lijk dezen weg mee langs; Zoo 't u behaagt, gij kunt hem licht betrappen.

VALENTIJN. Ik help u om haar hooger te doen stijgen; Eén voorrecht boven allen zij haar deel: Mijn liefste's sleep te dragen, opdat de aarde, Laag stof, aan haar gewaad geen kus ontsteel', En, door zoo groote gunst van trots vervuld, Geen zomerknop meer voede en zwellen doe, En ruwen winter eeuwig duren laat. PROTEUS. O, welk een grootspraak is dit, Valentijn!

LUCETTA. Ja goed, mejonkvrouw, zeg maar, wat gij ziet; Maar ik zie ook, al denkt ge, dat ik dommel. JULIA. Kom, vlug wat! wilt gij gaan? Aldaar. Een vertrek in Antonio's huis. Antonio en Panthino komen op. ANTONIO. Panthino, zeg mij, welk een diep gesprek Hadt gij daar straks in 't klooster met mijn broeder? PANTHINO. Hij sprak van Proteus, van zijn neef, uw zoon. ANTONIO. En wat?

PROTEUS. Ach ja; en haar ontstroomde bij het vonnis, Dat, blijft het onherroepen, scherp u dreigt, Een zee van vloeib're parels, held're tranen; Die stortte ze aan haars vaders wreede voeten; Zelf zeeg ze in deemoed knielend voor hem neer, En wrong de handen, ach, zoo marmerwit, Als waren zij door 't plotsling wee verbleekt, Maar zuchten, steunen, zilv'ren tranenvloed, Gebogen knieën, kuisch geheven armen, Niets, niets verweekt des harden vaders hart; Neen, grijpt men Valentijn, dan moet hij sterven.

Eglamour was waarschijnlijk ook een ander persoon; misschien had Valentijn de reis van Silvia met Eglamour en beider vertrouwelijken omgang verkeerd opgevat en zijn geliefde voor trouweloos gehouden, zoodat hij daarom bereid is, haar aan Proteus af te staan.

PANTHINO. Vergun, op morgen reeds zijn Don Alfonso En and're hoogst aanzienlijke edellieden Reisvaardig om den keizer te begroeten, En hem hun diensten need'rig aan te bieden. ANTONIO. Voortreff'lijk; Proteus reize met hen mee; En, als geroepen ; daadlijk hoor' hij 't nieuws. PROTEUS. Zoet leven! zoete reeg'len! zoete liefde!

HERTOG. Ja, goed bedacht; Groot is van 't Godskind Poëzie de macht. PROTEUS. Zeg dit: op 't outer van haar schoonheid offert Gij uwe tranen, zuchten, en uw hart.

Te Elaeus was zijn graf met een rijken tempel, ook te Phylace had hij een heiligdom, z. ook Laodamia. Proteus, Proteus, een oude zeegod, die op het eiland Pharus de robben van Amphitrite weidt. Hij bezit de gave der voorspelling, maar hij geeft zijne voorspellingen niet dan gedwongen, en tracht door allerlei gedaanteverwisselingen te ontsnappen aan hen, die hem ondervragen. Zie ook Helena.

PROTEUS. Doch paar'len noemt men blank; en 't zeggen is, Een zwart man is een paarl in 't oog der schoonen. Ja, van die parels, die het oog verduistren, Die 'k niet wil zien, en waar ik 't oog voor sluit. THURIO. En hoe bevalt haar mijn gesprek? PROTEUS. Slecht, als gij over oorlog spreekt. THURIO. Doch goed, als ik van liefde spreek en vrede? Nog beter, als gij haar met vrede laat.

Valentijn en Proteus worden naar het hof des keizers gezonden, maar komen bij een naamloozen hertog te Milaan aan; van een schoonen ridder Eglamour wordt in Verona verteld, dat hij naar Julia's hand dingt, en in Milaan wordt van Eglamour getuigd, dat hij, om de nagedachtenis zijner gestorven geliefde in eere te houden, de gelofte van eeuwige kuischheid heeft afgelegd; hij wordt door Silvia gekenschetst als ridder zonder smet of blaam en door haar als beschermer gekozen op haar reis, maar weet, door roovers overvallen, verbazend snel beenen te maken; Julia heeft in het eerste bedrijf een vader, maar geeft, als zij haar tocht gaat ondernemen, het beheer van haar vermogen, landerijen enz. aan haar kamerjuffer en vertrouwde over; als Proteus een poos met Silvia gekeuveld heeft, zegt hij: "Ik heb nog alleen hare beeltenis gezien"; Julia geeft aan Silvia eerst een verkeerden brief en daarna den rechten, maar van den eersten hoort men niets meer; Silvia ontmoet volgens afspraak den ridder Eglamour bij de cel van broeder Patricius, en toch zegt later haar vader, dat zij er niet geweest is; Valentijn zucht in het bosch om Silvia, ontrukt haar aan de handen van zijn trouweloozen vriend Proteus, die door Silvia verafschuwd wordt, maar staat, zoodra Proteus schuld belijdt en berouw toont, hem zijn Silvia oogenblikkelijk af, en deze heeft niets hiertegen te zeggen.

Woord Van De Dag

camerinus

Anderen Op Zoek