Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


JULIA. Juist, die overgang doet mij zeer. WAARD. Gij zoudt wenschen, dat zij aldoor hetzelfde speelden? JULIA. Dat een hetzelfde door bleef spelen, wenschte ik. Maar zeg, die Proteus, vriend, waar wij van spraken, Heeft hij met deze jonkvrouw veel verkeer? WAARD. Ik zeg u, wat Lans, zijn knecht, mij gezegd heeft: hij bemint haar zoo, dat de kerfstok vol is. JULIA. Waar is Lans?

Ga nu terstond, neem dezen ring met u, En stel aan jonkvrouw Silvia dien ter hand; Die mij hem gaf, zij heeft mij zeer bemind. JULIA. Gij haar wis niet, dat gij haar pand zoo wegschenkt; Of is zij dood? 80 PROTEUS. Dat niet; ik denk, zij leeft. JULIA. Helaas! PROTEUS. Wat roept gij daar "Helaas"? JULIA. Ik kan niet anders doen dan haar beklagen. PROTEUS. Waarom beklaagt gij haar?

Bij den tucutuco, die, naar ik meen, nooit aan de oppervlakte van den grond komt, is het oog wel iets grooter, maar dikwijls blind en nutteloos, al schijnt dit het dier volstrekt niet te hinderen. Zonder twijfel zou Lamarck gezegd hebben, dat de tucutuco nu in den toestand van den Aspalax en Proteus overgaat.

Deze vier bandieten vormden te zamen een soort van Proteus, die door de politie heen glipte en poogde, aan den lastigen blik van Vidocq onder allerlei gedaanten te ontsnappen; zij leenden elkander hun namen, verscholen zich in hun eigen schaduw en waren voor elkander schuilhoeken en wijkplaatsen; zij ontdeden zich van hun persoonlijkheid, als van een valschen neus op een gemaskerd bal, kwamen soms te voorschijn alsof zij slechts één persoon voorstelden, en vermenigvuldigden zich een andermaal als waren zij een menigte.

PROTEUS. Reeds was ik trouwloos jegens Valentijn; Nu moet ik Thurio 't eigen onrecht doen; Want onder 't mom, dat ik zijn voorspraak ben, Verwierf ik toegang voor mijn eigen liefde. Doch Silvia is te schoon, te trouw, te heilig, Dan dat mijn waard'loos aanbod haar verleidt.

PROTEUS. Ik vond haar zachter, heer, dan vroeger, maar Zij vindt aan uw persoon vrij wat te gispen. THURIO. Wat? dat mijn been te lang is? PROTEUS. Neen, te dun. THURIO. Dan draag ik laarzen, die het ronder maken. Tot wat zij haat, laat liefde zich niet sporen. THURIO. Hoe vindt zij mijn gelaat? PROTEUS. Als blank papier. THURIO. Dat liegt het schelmpje; mijn gelaat is zwart. 10

HERTOG. Zoo hem uw voorspraak niet van nut kan zijn, Kan hem uw achterklap ook nimmer deren; Daarom kunt gij gerust die taak aanvaarden, Waartoe gij door uw vriend wordt aangezocht. PROTEUS. 'k Geef mij gewonnen, heer. Zoo 'k iets vermag Door wat ik in zijn nadeel zeggen zal, Dan zal zij zeker hem niet lang meer minnen.

PROTEUS. Ik hang, heer, enkel af van uwen wil, En geenszins van de wenschen van mijn vriend. ANTONIO. Mijn wil stemt vrij wel in met zijnen wensch. Sta niet verbaasd, dat ik zoo snel besluit, Want wat ik wil, dat wil ik; daarmeê uit.

Daar hij van moeders zijde verwant was aan het water, kon hij evenals Proteus naar believen elke gedaante aannemen, en hij maakte een goed gebruik van die macht bij gelegenheid dat hij Loki's poging om het halssnoer van Brisingamen te stelen, verhinderde. Hermod, de vlugge of vlotte, gelijkt op Mercurius en niet alleen in zijn wonderbaarlijke snelheid van beweging.

WAARD. Zijn hond gaan zoeken, dien hij morgen, op bevel van zijn meester, aan de jonkvrouw ten geschenke moet gaan brengen. JULIA. Stil, stil, ter zijde; het gezelschap gaat heen. PROTEUS. Wees niet bekommerd, Thurio; pleiten zal ik, Dat gij mijn sluwheid hooglijk roemen zult. THURIO. Waar vind ik u? PROTEUS. Bij den Gregorius-put. THURIO. Vaarwel!

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek